parallax background

De mensen van de Côte-Nord

Tent or hammock
Een hangmat of tent op een trektocht?
maart 15, 2020
fleur de lis facts about quebec
15 weetjes over Quebec
april 16, 2020
 

Dinsdag 11 februari - Sept-Iles


We zijn zeven uur in de bus en tien dagen skiën van Quebec City verwijderd, we zijn in “le gran ville” Sept-Îles en het is tijd voor wat rustdagen. Oliviers voeten zien er niet uit en de pijn is van zijn verbeten gezicht af te lezen. We nemen drie dagen rust, om de voeten te laten herstellen. We zijn wederom bij lieve mensen ontvangen, Edmond en Kathy, die ons vol stoppen met eten en een stel nieuwe contacten voor ons uitlijnen. Ons kent ons en de hele Nord-kust wordt afgebeld met met het nieuws van “le deux skieur”. Sept-Îles is het laatste grote dorp op de noord-kust van de Saint-Laurent en “hierna is niks meer” zijn de woorden die we geregeld horen, “maar de mensen zijn heel vriendelijk daar”. Edmond heeft ook nog een contact bij de TV, een populaire zender aan de witte kust. Ons verhaal haalt ons in.

Op dinsdag staan we met verse voeten, vol geplakt met blarenpleisters en sporttape, bij de trail. De camera filmt elke handelingen die we verrichten om de slee's klaar te maken. We vervangen de wielen voor de skies. Een handige wisseltruck, die nuttiger lijkt dan we van te voren hadden gedacht. Met de wielen kunnen we ons zelf ook gemakkelijk bewegen in dorpen en een brug oversteken. Bij de opname worden we vergezeld door Edmond en Norbert. Norbert leerden we vier dagen geleden kennen op de trail. Hij passeerde ons op zijn “ski-doo” en stopte voor een praatje. Onder de indruk van het feit dat we in onze tent sliepen, was hij gemotiveerd om ons een mooi plekje te vinden. Hij reed vooruit en kwam terug om ons te zeggen dat er een prachtige plek aan de rivier was niet ver hiervandaan. Een beetje verrast van het feit dat ‘niet ver’ werkelijk niet ver was, vonden we de inderdaad mooie plek aan het water. Met onder de brug een opening in het ijs, ook nog uitermate geschikt om water uit de rivier te hengelen. Een stuk sneller dan sneeuw smelten en dus een stuk vroeger naar bed. Zes uur tikt de klok als we de ogen dicht doen en zes uur als de ogen weer open gaan. Inmiddels kennen we de technieken, we hebben handigheidjes geleerd en kennen ieder onze eigen taak. Verrast van ons eigen snelheid zijn we in twee uur uit de voeten, een record. Als we 10 minuten onderweg zijn komt Norbert plots te voet op ons af. “Kennen jullie mij nog? Ik sprak jullie gisteren. Ik heb ontbijt voor jullie bij!” Zoë spreekt minder dan de basis Frans maar heeft inmiddels een aardig oor ontwikkeld. Met een grote glimlach en haar handen op haar hart gedrukt ontving ze het pakket met mandarijntjes, chocolade en een heerlijke dikke koek. “Merci, Merci!! Ne parle pas, mais merci merci!!” Bijgevoegd was een kaartje van zijn vrouw. “Een goede reis, houd ons op de hoogte” met het emailadres toegevoegd. Nu staat Norbert hier bij de opnames, om ons uit te zwaaien.

Het zijn acht tot negen dagen skiën naar Riviere-au-Tonnerre waar we ontvangen zullen worden door Michelle, een van de contacten van Edmond. Dit moet ons langste traject worden. We bereiden ons voor op acht achtereenvolgende nachten in de tent bij -30 graden. Op de trail is het drukker dan anders, we vertrekken immers uit de “gran ville”. We richten onze dag afstand op 20 kilometer, maar na 19 kilometer staat er een verassing op ons te wachten. Aan de andere kant van het spoor staat een container, dat als huisje moet dienen. Er staan drie ski-doo’s voor de deur en binnen zitten de eigenaars zich aan de houtkachel op te warmen. “Bonjour!”. We komen er bij staan en al gauw zijn we aan de praat. “Denk je dat we hier kunnen slapen?” vraagt Zoë in het engels. Een van de mannen komt van de Route Blanche, waar we heen gaan. Daar is het ene dorp Franstalig, francophone’ en het volgende Engelstalig, “anglophone”. Natuurlijk mogen we hier slapen en de mannen delen enthusiast de gemakken die dat met zich mee brengt. “Er is hout! En met de kachel is het lekker warm vannacht”. De mannen werken alle drie in de staalmijn waar erts 250 kilometer verderop in het noorden wordt opgegraven en hier aan de kust in schepen geladen. Die worden vervolgens verscheept naar grote havens zoals in Rotterdam, zo vertellen ze ons. Natuurlijk kennen de mannen ook Norbert, want die was treinmachinist op dit traject en natuurlijk kennen ze ook Edmond, en alle anderen die we ontmoet hebben. Wie kent wie niet? Het is de Noordkust, één weg, naar links of naar rechts, alles daarboven is het verre wilde noorden alles zuidelijk is de zee.

We zijn dik tevreden met ons nieuwe huis voor de nacht. De container zit vol rotten plekken en de vloer is in geen jaren geveegd, maar na enkele dagen tent is zo een hutje, uitermate luxe. Wat de mannen niet weten is dat het gemak van deze warme plek het ons ook makkelijk maakt om snel water te koken zonder koude handen, het eten niet bevriest terwijl we eten, we de schoenen niet in de sneeuw laten valen en dus heel wat “verdommes” besparen, we onze pannetjes weer kunnen afwassen met warm water, we ons benzine besparen, we onze rommel overal kunnen laten liggen zonder dat perfectie en routine nodig is om niks te verliezen in de sneeuw, we geen strategieën hoeven te bedenken om uit onze slaapzakken te komen zonder te lang aan de koude lucht blootgesteld te worden, we niet ingesneeuwd worden in onze eigen tent, we geen bevroren adem hebben op de slaapzak, we geen bevroren handen krijgen bij het inpakken van de spullen, Olivier zijn blaren kan afplakken zonder bevroren tenen te krijgen en we een tafel en een stoel hebben om heerlijk bij het haardvuurtje ons boek te lezen.

Olivier leest het boek “everything is f*cked” en we discusieren over een van de beweringen die zegt dat waarden niet ontstaan uit woorden, maar ontstaan uit ervaringen. Vele lange en korte ervaringen. We filosoferen heen en weer en besluiten dat zelfs een nachtje in een “verrot" huisje waar het ’s nachts ondanks het houtvuur toch daalt tot -5 graden, bijdraagt aan die geloofsovertuiging. Want dit huisje was nooit luxe geweest als we niet al die ervaringen in de tent hadden gehad. We genieten volop van de extra tijd en alle gemakken. En we genieten net zo volop van de volgende avond weer in de tent. Ons thuis, waar we goed zijn in alle kleine handigheidjes die we ons eigen hebben gemaakt. Er is weer een ervaring bij, nog maar 7 nachten in de tent.

We krijgen een zwaar parcours voor de voeten. Plots verandert het glooiende landschap in een scherp terrein van op en af. We besluiten geen vellen, skins, onder onze ski's te plakken. Die helpen ons weliswaar omhoog, die vertragen ook onze afdaling. We besluiten onze ski's uit te doen zodra ze onder ons weg glijden, omhoog te lopen en ze weer aan de voeten te doen om naar beneden te scheuren. Het geheel is loodzwaar. De benen verzuren, de beklimmingen zijn soms wel 20% en dat telt op de hellingkracht van onze 40 kilo wegende slee's. Als we boven staan trillen de armen van het houden van de skies en stokken en komen de handen soms kracht te kort om de bindingen weer in te klikken. Eenmaal alles weer aan zijn de hellingen eigenlijk te stijl. De trailer geeft ons een verlate stoot bij iedere hobbel dus we moeten goed door de knieën om de extra snelheid op te vangen. Het gaat drie dagen zo door en we zijn bekaf, maar gemotiveerd, ons hoofd weet dat het nog 5 dagen zijn. Het is stil op de trail en we zijn al een lange tijd alleen, dus we worden extra verrast als plots Norbert en een vriend ons voorbij rijden. Hij doet zijn helm open en roept lachend “jullie zijn verkeerd!”. Hij parkeert langs de trail, we schuifelen blij dichterbij, wat een verassing!

Norbert zegt dat er een hut dichtbij is. “Maar ik heb eerst een soep voor jullie” zegt hij terwijl hij de bekertjes klaarmaakt. "We hebben een kettingzaag mee. Na de soep gaan we naar hut om te kijken of er hout is en de afstand te checken. We zorgen dat jullie genoeg hout hebben om de nacht te doorstaan!” Norbert tikt op zijn Ski-doo “ga zitten, je staat de hele dag al. Stoelverwarming”. De wortel soep is heerlijk en het gezelschap hartverwarmend. Na de korte pauze rijden ze voor ons uit en een uur of twee later zijn ze terug voor een nieuwe soep pauze. Ze weten ons te vertellen dat het precies 8,5 kilometer is. Al hoewel volgens Norbert zijn ski-doo zijn het er negen en volgens Andree moeten het er acht zijn. Na een foto samen zwaaien we ze echt uit, niet wetend dat ze ons in de warme chalet biertjes, water, maple siroop, mandarijnen én een warme maaltijd hebben achter gelaten.

 

Nee, Wij zijn niet alleen. Geen acht dagen. We worden weer fantastische geholpen en uitgenodigd door zo veel mensen van de Cote-Nord. Mensen ontvangen ons met ongelofelijk veel liefde en er is altijd in elke woonkamer weer een nieuwe ervaring, een nieuw verhaal en/of een nieuwe les. Iedereen heeft iets bijzonders om ons te inspireren. Denis leerde ons over zijn sport pickleball (een combinatie van badminton, tennis and pingpong), Ilya inspireerde ons door in een zelf gemaakte kano heel canada door te steken op zijn twintigste, Sebastien en Marie-Claude reizen met hun jonge kinderen op de fiets en kopen de fiets ter plaatsen, Edmond helpt mannen in mentale moeilijkheden, een service die in NL en BE vast bestaat maar waarbij we nooit eerder stilstonden. Michelle vertelt verhalen over haar huis waar beroemde dichters, politiekers en kidnappers in voetsporen hebben staan. Allemaal geweldige verhalen, waar wij onderdeel van mogen zijn en we zijn nog maar vers van start. Want "hierna is niks meer, maar de mensen zijn heel vriendelijk daar”.

Als we weer bereik hebben, zien we de opname van de TV terug. Citaat “Het echtpaar slaapt in de tent of zoekt toevlucht bij de burgers in de zeldzame dorpen die ze de komende weken zullen tegen komen”.

1 Comment

  1. Mia schreef:

    ooooo je voeten !!!!! Olivier.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *