parallax background

Zijn Amerikanen echt dik?

texas state road sign
Een wereld van verschil
juni 6, 2019
white blaze on a tree
1.000 kilometer wandelen
juli 26, 2019
 

Zaterdag 4 mei - Rio Grande City

 

We proberen altijd zonder verwachtingen en vooroordelen een land binnen te gaan. In Uruguay of Paraguay is dat makkelijk want we hebben echt geen idee wat we kunnen verwachten, maar over Amerika hebben we een hele berg vooroordelen, allemaal dankzij wat op televisie zien. Zijn Amerikanen echt zo dik en hebben ze allemaal grote auto’s? Hebben ze allemaal een geweer en wonen ze in perfecte huizen? Hebben ze nooit van België gehoord en is Amerika beter dan al de rest? Met al die vooroordelen begonnen we onze tocht door Amerika. Sommige zijn waar, maar één ding is zeker. Amerika verbaast ons iedere dag. Het is een land van extremen en absoluut niet wat we verwachten.

Bij een tankstation stoppen een aantal auto’s waar ontzettend dikke mensen uitstappen, met een kinderstapje. De mensen strompelen naar binnen en komen weer buiten met een hamburger en een giga beker frisdrank, die ze overigens gratis kunnen bijvullen. We zien overal drive-in’s, niet alleen bij de fastfoodrestaurants, maar ook drive-in ATM’s, drive-in autowinkels en drive-in drankwinkels. Bij de supermarkten zijn ze verplicht om even te wandelen, al staat er een reeks scootmobielen klaar voor de mensen die echt slecht te been zijn, te zwaar dus. We dachten dat de mensen in Mexico dik zijn, maar wat we hier zien is extreem. De drive-in’s van de fastfood restaurants zijn altijd vol, op eender welk moment van de dag. In Wallmart, de grootste supermarktketen, bestaat de helft van de winkel uit diepvrieseten, de rest uit blikvoer en instant pakketten. De groenteafdeling is klein en de bakkerij weggestopt in een hoekje. In kleine dorpjes zijn er alleen kleine grocery stores of kleine winkels bij een tankstation. Het enige wat je er kan krijgen is gefrituurd eten en de Amerikanen zijn er dol op. We zien nooit iemand op straat en de enige mensen die we buiten het huis zien, maaien het gras op een zitmaaier. Het lijkt de meest actieve hobby te zijn in het zuiden. Pas na tien dagen zien we voor het eerst kinderen. Op een dag roept Olivier ‘Kijk daar!’. ‘Wat, waar’ kijkt Zoë verbaasd terwijl ze zoekt naar een hert of een ander dier. ’Nee, daar wandelt iemand’ lacht Olivier. Zo weinig mensen zien we op straat. Het is inmiddels geen grap meer, als we mensen zien lopen, wijzen we ze na. Als we een dorp binnen rijden en een uur lunchpauze hebben zien we niemand. We zijn de enige op straat. Er bewegen auto's rond ons heen maar het dikke zwarte glas houd enig oog contact buiten de deur. Geen wonder dat de mensen zo dik zijn als ze werkelijk alles met de auto doen en zo ongezond eten. Amerikanen zijn dik, ja dus, althans hier in het zuiden.

 

In de films en series zien we bijna altijd prachtige woonwijken met grote huizen, perfect gemaaid gras en drie grote jeeps voor de deur. Die wijken bestaan, al zien we ze niet heel veel. Wat ons verbaasd zijn de grote verschillen tussen arm en rijk. De rijken wonen in die mooie wijken, terwijl de arme mensen in recreational vehicles, grote campers of in mobile homes, een soort verplaatsbaar plastic huis, wonen. Bij iedere orkaan of tornado die passeert waaien deze huizen uit elkaar als een kaartenhuis, letterlijk. De tuin rond deze arme huizen ligt meestal bezaaid met een hoop rommel en er staan minimaal vijf auto’s, waarvan er slechts twee rijden. Blank is rijk en zwart is arm, het bestaat helaas nog heel sterk. Het zijn de Afro-Amerikanen en de drugsverslaafde blanken die hier wonen, een gigantisch grote groep. Bijna iedere dag komen we drugsverslaafden tegen, en iedereen heeft iemand in de familie met verslaving. Op een avond zoeken we een plaats om te slapen. De kerk kan ons niet helpen en de brandweerkazerne is dicht. Bij een kleine winkel tegenover de kerk komt een zwarte man uit de winkel. ‘You need water. I’ll buy you one’ roept de man voordat Zoë iets kan zeggen. ‘No, no, we don’t need water, but you can help with something else’ zegt Zoë snel. Hij weet wel een plaats om te slapen en brengt ons naar het huis van Stefani. Haar benen staan vol met tatoeages en ze is ontzettend chaotisch. We mogen de hangmatten in haar tuin hangen, maar voelen ons in eerste instantie niet heel erg op ons gemak. Tegen Olivier vertelt ze dat ze drugsverslaafden begeleidt om af te kicken. Ze was zelf meer dan twintig jaar verslaafd en heeft heel veel foute dingen gedaan, vertelt ze ons. ‘Die man die jullie naar mijn huis bracht, Pete, help ik ook. Hij komt net uit de gevangenis’ zegt ze. Maar ze ontvangen ons met open armen, zijn bijzonder vriendelijk en gastvrij. De drugsverslaving en armoede is heel erg zichtbaar hier, schrikbarend zichtbaar. Die prachtige, grote huizen zijn de minderheid, alleszins in de arme zuidelijke staten van de VS.

We fietsen langs een rustige weg in Texas en zien een bordje aan het hek hangen. ‘If the dogs don’t get you, I will’ staat erop. Niet veel later staan we aan een verkeerslicht en stopt er een grote jeep met een oude man naast ons. We kijken even naar links en zeggen vriendelijk dag. ‘How you’all doing’ komt er met een half onverstaanbaar Texaans accent uit zijn mond. Op de passagiersstoel naast hem staat een groot jachtgeweer en de loop steekt net niet uit het raam. Bij ons staat een bordje verboden honden op de deur van het gemeentehuis, hier staat er een bordje verboden vuurwapens. Zonder geweer voelen de mensen zich niet veilig en velen durven niet de deur uit zonder een revolver in de auto. Een van onze warmshower hosts in Texas woont in een mooi huis een van de luxe wijken. ‘We had a big snake in the yard, but I shot it’ zegt hij trots als we net binnen zijn. Dave is een typische Amerikaan uit het zuiden. Hij is een grote Trump fan, heeft een hele verzameling geweren, een BMW is een kleine auto voor hem en Europa is het kleine broertje van Amerika. Als hij over zijn werk vertelt, vallen we achterover. Hij is een pastoor van de lokale kerk. 'Wij zijn doopsgezinden, we zijn niet vredelievend' vertelt hij overtuigd. Met trots vertelt hij dat zijn kerk bewaakt wordt tijdens een dienst met speciaal getrainde leden. We prikkelen hem met de schietpartijen in de scholen die wij steeds op televisie zien. ‘Iedere leeraar zou een geweer moeten hebben, dat is veel veiliger’ is zijn overtuigde mening. ‘Die democraten willen de wapens weg uit Amerika, maar dat zal nooit gebeuren’ overtuigt hij ons. ’This is America, people love guns!’. Op de fiets durven we nergens een oprit op de rijden want overal hangen bordjes met verboden toegang. Even water vragen lijkt ons levensgevaarlijk in de wetenschap dat achter iedere deur een paar geweren staan. Het voelt ongemakkelijk en we worden wantrouwend bekeken, tot we duidelijk roepen ‘water! Can we fill out bottels with tap water?’. Het is de moeite niet meer waard, als we al iemand in zijn tuin zien, voelen we ons indringers. We halen tegenwoordig water bij een tankstations. Sinds we Amerika binnen zijn, hebben we al veel meer gevaarlijke verhalen gehoord dan in heel Zuid-Amerika. Diezelfde Amerikanen kunnen daarentegen niet geloven dat we nog leven na Zuid-Amerika. Wij beginnen ons af te vragen of Amerika niet ‘gevaarlijk’ is. Een dronken gek en hij knalt je ‘per ongeluk’ neer. Het is vooral onze eigen onbekendheid ten opzichte van geweren die ons angst aanjaagt. We zijn het niet gewoon dat iedereen een geweer kan hebben en dat je het overal terugziet in de maatschappij.

 

Niet alle Amerikanen zijn Trump aanhangers en fan van geweren. Toch lijkt Amerika heel sterk verdeeld tussen voor- en tegenstanders van meneer de President. Ofwel zijn ze trots, ofwel schamen ze zich diep, maar de middenweg lijkt niet te bestaan. We hebben er onze eigen mening over, maar zijn steeds heel voorzichtig over het onderwerp alvorens we weten aan welke kant iemand staat. Vrijheid van meningsuiting lijkt lastig als over politiek gaat. Een vrije discussie over politiek, diplomatiek of ideologie moet met enige voorzichtigheid. Het kan de deur en een gebroken vriendschap betekenen. Amerikanen zijn snel op hun tenen getrapt, zeker met wat kritiek op hun land. Het zijn trotse mensen en bijna overal hangt de Amerikaanse vlag. In de klas zingen ze iedere dag het volkslied en ze vertellen graag dat ze wereldreizigers zijn, al reizen ze alleen binnen Amerika. Maar Amerikanen zijn ook bijzonder vriendelijk en hulpvaardig. De meeste chauffeurs zijn hoffelijk en wachten rustig achter ons om veilig in te halen. De gesprekken bij de supermarkten zijn heel erg kort. ‘Where you’all coming from?’ wordt gevolgd ‘Well, be safe!’ en weg zijn ze. Maar als ze meer tijd nemen, zijn ze heel erg verbaasd en geïnteresseerd in onze reis en krijgen we de tijd om over hen te leren. Ze willen graag helpen en zijn vereerd dat ze Europeanen ontmoeten. Sommigen ontmoeten nog nooit eerder een Europeaan. Als we lunchen bij een van de honderden kerken, krijgen we allerlei eten aangeboden en zelfs een keer twintig dollar.

In onze ogen bestaat de Amerikaan niet want er zijn teveel grote tegenstellingen. Misschien is het zuiden zo extreem en verandert ons beeld als verder naar het noorden reizen. Interessant is het absoluut en iedere dag opnieuw verbazen we ons over het bijzondere Amerika. Verbazende dingen zoals autos die alleen van achter wettelijk een nummerplaat moeten dragen of de Bible Belt die met teksten als ‘if you are looking for a good book, read the bibel, its awesome’ rondslingeren. Het is geen traditionele cultuur zoals in Peru of Bolivia, geen gaucho’s op een paard zoals in Argentinië, geen levendige cultuur op straat zoals in Colombia en Mexico. Amerika is Westers, maar het is totaal anders dan Europa. Of we hier ooit zouden kunnen wonen? In het zuiden niet. En het zijn niet alleen de 12 verlofdagen, het is de cultuur dat zo een gigantisch verschil maakt met Nederland en België. Ohja, en laat typisch eten daar onderdeel van zijn. In Texas vroegen we naar het typische gerecht. De eerste drie mensen zeiden ‘Whataburger’, een soort McDonalds, maar dan van Texas. Culinair stelt het niet veel voor tot nu toe, maar gelukkig is een fietser blij met alles. Louisiana was gelukkig al een behoorlijke upgrade, met heerlijke rivierkreeft als traditioneel gerecht, maar we missen de culinaire ontdekkingen in de straten van Zuid-Amerika.

 

Niet al onze vooroordelen waren terecht, maar veel ervan bestaan wel, in veel extremere vormen dan we hadden gedacht. Wat helaas niet echt ten gunste komt voor Amerika, tot zover. We raasden in één maand door vijf staten van de VS en leggen meer dan 2.000 kilometer af. Exact op de dag die we ooit in onze planning hadden staan, komen we in Atlanta aan. We hebben 1.300 kilometer meer afgelegd dan gepland. De vier dagen rust om de fietstassen te ruilen voor de backpacks is veel te weinig om ons lichaam te laten rusten. Bij Novita thuis, die ons uitnodigde via Instagram, meten we onze been- en armspieren op. ‘Die beenspieren zullen wel gegroeid zijn’ lachen we. Maar nee hoor, ook onze beenspieren zijn een centimeter kleiner. We zijn twee kilogram lichter dan drie maanden geleden en hebben, naar ons idee, heel goed gegeten in Mexico en de VS. Het wandelen wordt een grote uitdaging want een kilogram extra eten op de rug voelt veel zwaarder dan een kilogram op de fiets. In de bossen zijn overigens geen lieve mensen die de mogelijkheid hebben ons uitnodigen en vol te proppen met eten. Voeding, dat wordt misschien wel de grootste uitdaging.

Comments are closed.