parallax background

1.000 kilometer wandelen

cycling in mississipi
Zijn Amerikanen echt dik?
juni 6, 2019
de appalachian trail in de lente
Leven in het bos
juli 26, 2019
 

Zondag 9 juni - Noord Georgia


We zitten in de auto bij Fernando en Novita, onze hosts uit Atlanta. Het regent pijpenstelen als we slingeren over de bergwegen in noord Georgia. Vanuit de auto lijkt het extra hard te regenen. Desondanks zitten we vol spanning op de achterbank. 'Besef jij het al?' vraagt Zoë. 'Totaal niet. Mentaal ben ik helemaal niet voorbereid' zegt Olivier die blij is dat hij niet misselijk is. We zijn op weg naar Springer Mountain, de officiële start van de Appalachian Trail. Onbereikbaar met openbaar vervoer en vijftien kilometer over onverharde wegen. Achterin de auto liggen onze backpacks, volgeladen met het noodzakelijke materiaal om vijftig dagen te overleven op de trail. We reizen al licht op de fiets, maar toch moesten we heel wat thuislaten en opofferen, want een kilo extra op de rug voelt veel zwaarder dan een kilo op de fiets. Eén set wandelkleren, één set voor erna. Geen plaats voor een kam, scheerapparaat of shampoo. Olivier laat zelfs zijn knuffel achter in de fietstassen. 'Sorry Poefie, maar 400 gram is veel' gaf hij na veel twijfelen toe. Toch voelen onze tassen nog steeds zwaar. 21 kilogram voor Olivier, 15 voor Zoë. We willen niet besparen op gezond eten dus er zitten bananen, wortels, uien, room en champignons in onze tas. 'Liever een kilo extra eten in plaats van honger lijden' vindt Olivier. 'Inderdaad, we hebben geen vet op overschot om te verbranden'.

Olivier heeft heel de route uitgezocht. We moeten iedere vier a vijf dagen van de trail om te bevoorraden. Meestal moeten we dan een paar kilometer liften tot een dorpje. In een paar dorpjes is geen supermarkt dus we hebben de afgelopen week een paar voedselpakketten opgesteld en opgestuurd naar een adres in de dorpjes. Een lading noten, havermout, pindakaas, pasta, wraps, rijst, energierepen en veel meer totdat de doos propvol zat. Nu maar hopen dat de pakketten daadwerkelijk aankomen. Vijf dagen geleden kwamen we aan met de fiets in Atlanta en nu zijn we al op weg naar de start van 1.000 kilometer wandelen. Geen rust, niet fysiek, niet mentaal, maar toch zijn we er klaar voor. Soms is geen tijd om na te denken de beste voorbereiding. De zin om te wandelen overwint iedere twijfel. Zelfs de gietende regen deert ons niet. 'Het kan alleen maar mooier weer worden, toch?' lacht Olivier als de druppels tegen de voorruit kletteren.

Fernando draait de onverharde weg in en we hobbelen in hun, naar Amerikaanse standaard, kleine auto over het grind naar de parkeerplaats bij Springer Mountain. We zijn even bang dat ze spijt hebben van hun aanbod om ons te brengen, maar ze zitten met een grote glimlach op de voorstoelen. Op de parkeerplaats staan meerdere auto's, grote jeeps weliswaar. 'We zijn er!' roept Zoë enthousiast. Appalachian Trail staat in het groot op het informatiebord, maar verder is er geen teken dat dit het begin is van een 3.500 kilometer lange trail. 'Start of the AT, 1 mile zuid' leest Olivier hardop. 'We moeten eerst een kilometer terug wandelen voor de echte start. 'Dat doen we toch he?' vraagt hij aan Zoë, wetend dat ze natuurlijk bij de echte start wil beginnen. We gooien de regenponcho's over de rugzak en ons hoofd. Olivier heeft nog twee bananen in zijn hand, terwijl Zoë haar handen vol heeft met de nieuwe wandelstokken. 'Bizar, we gaan 1.000 kilometer wandelen' lacht Olivier. 'Jeetje, dat is echt ver' zegt Zoë die stilaan beseft wat we gaan doen. We zwaaien Novita en Fernando uit en verdwijnen in de regen naar de echte start.

De Appalachian Trail is de bekendste lange afstand wandelroute in de VS. Officieel 2.200 mijl lang, langs veertien staten en door verschillende wildernis gebieden, van Springer Mountain in Georgia tot Mount Kathadan in Maine in het noordoosten. Jaarlijks beginnen meer dan 3.000 wandelaars in maart en april aan de uitdaging van een thru-hike die vijf tot zes maanden duurt. Een kwart geeft op na de eerste tien dagen, minder dan 20% haalt het einde. Wij doen 1.000 kilometer van de trail want hierna wacht de 1.200 kilometer lange kanotocht en we hebben slechts tot begin oktober wanneer de sneeuw komt in het noorden. Dit is onze eigen alternatieve Appalachian Trail. De volledige trail is onderhouden door vrijwilligers, duizenden vrijwilligers. Ze verwijderen omgevallen bomen, repareren afwateringssystemen, maaien overwoekerde wandelpaden en schilderen de markering. We volgen de 'white blazes', witte rechthoeken die op de bomen zijn geschilderd. Achttien centimeter hoog, zes centimeter breed. 'Daar is er eentje' en Olivier wijst een boom op het pad aan. 'Die moeten we volgen'. Op weg naar de start komen we een vader met zijn dochter tegen, acht jaar en ze wandelt met een eigen rugzak en een grote glimlach. Ze wandelen vijf dagen, zo'n 75 kilometer. 'Zo gaaf dat ze dat samen doen!' zegt Zoë als we verder wandelen. Na één mijl komen we boven op een berg waar een grote bronzen plaat in de stenen is gewerkt. 'Springer Mountain, start of the Appalachian Trail'. Onder de steen ligt een groot boek en we schrijven onze namen er snel in, zorgend dat het boek niet te nat wordt. 'Wel jammer dat we het niet volledig doen' zegt Zoë die altijd wil afmaken waar ze aan begint. 'Laten we eens beginnen met 1.000 kilometer' knipoogt Olivier die stiekem hetzelfde voelt.

Onder het dikke bladerdek regent het helemaal niet zo hard. De regencapes houden ons droog en ventileren goed genoeg zodat we niet zweten. Vanaf de eerste meter is de trail bijzonder mooi en volledig anders dan enige andere wandeling die we ooit hebben gedaan. Een paadje van amper vijftig centimeter slingert tussen een groene oase. Het geluid van regendruppels die op de bladeren vallen, vogels die kwetteren en geen achterom kijken naar aankomende auto's. 'Dit kan ik wel een paar weken aan' zegt Olivier overtuigd, het gewicht van de backpack nog niet voelend. Een paar kilometer later zijn we blij als we de backpack even af kunnen doen. 'Nog vijf mijl tot de shelter' leest Olivier op de kaart. 'Hoeveel is dat in kilometer' vraagt Zoë die nog steeds moet wennen aan de miles, pounds, feet en yard. '8 kilometer'. 'Vanaf nu doen we alles in miles, anders leer ik het nooit' besluit Zoë. We beginnen rustig vandaag met negen mijl, maar tegen het einde begint alles pijn te doen en tellen we af naar de shelter. Aan onze benen voelen we niets, maar de rug en de voeten doen serieus pijn. 'Na een dag of vijf voelen we dat niet meer, net zoals zadelpijn' zegt Olivier optimistisch.

 

Na acht mijl staat er een bordje 'shelter'. Langs heel de Appalachian Trail staan meer dan 200 shelters waar je gratis kan slapen. We hebben geen idee wat we kunnen verwachten, maar zijn aangenaam verrast als we de shelter zien. Het is een houten gebouw bestaande uit drie muren. Binnenin zijn twee verdiepingen, net groot genoeg om een tiental slaapmatjes neer te leggen. De vloer is schoon en er ligt zelf een borstel om alles schoon te maken. Aan de muur hangt een plastic koker met een groot schrift waar iedereen zijn naam en een tekstje kan schrijven. Zo weet je of er een beer actief is of er muizen leven in de shelter. Buiten de shelter staat een grote metalen doos, een bear box om het eten 's nachts veilig op te bergen. Er zijn ook staalkabels om het eten in de lucht te hangen. Wat verderop staat een kleine houten constructie, de privy. Het is het toilet waar je doorspoelt met bladeren. Het stinkt er verschrikkelijk dus we verkiezen de natuur in plaats van het stinkhok. We zijn helemaal alleen in de shelter en verwachten niemand meer want het is al bijna zes uur. Het begint te stortregenen, blijkbaar zijn we net op tijd binnen. 'Zullen we in de regen douchen' stelt Zoë voor. Daar staan we dan, poedelnaakt voor de shelter in de regen, wat een genot. Een paar minuten later zitten we in onze set schone kleren in de shelter als er een andere wandelaar aankomt. Hij is helemaal doorweekt en hijgt alsof hij net een marathon heeft gerend. 'I am exhausted' kan hij net uitbrengen en hij ploft op de houten bank in de shelter. Een kwartier later zit hij nog uit te hijgen. 'Die heeft wat veel hooi op zijn vork genomen op de eerste dag'. Hij zet zijn tent op en ploft zonder wassen en eten op zijn matje, uitgeteld. Wij koken onze pasta met room, wortels en champignons. Er komt nog een wandelaar bij die verbaasd naar onze maaltijd kijkt. De andere man kruipt even recht, aangetrokken door de lekkere geur. We smullen drie bakjes leeg, steken het eten in de bear box en kruipen voldaan in de tent die we binnen de shelter hebben opgezet. 'Hoe was jouw dag?' vraagt Olivier, de vraag die hij al twee en half jaar jaar iedere avond stelt. 'De beste in de afgelopen maanden!' glimlacht Zoë.

5 Comments

  1. Ellen schreef:

    De waardering die je voelt voor vader en dochter op de trail is terecht. Misschien wel het begin van een leven vol actief natuur besef. Jijzelf hebt als klein iets jonger meisje van Breda naar Heiloo gefietst 150 km.

  2. Mia schreef:

    Heb ongeduldig gewacht op jullie verslagen.

  3. Een mooi begin van dit deel van jullie avontuur! Ik ben alweer benieuwd naar het vervolg.

    • Ans Habraken schreef:

      Inderdaad een mooi begin van jullie nieuwe avontuur. En heerlijk zeg, zo’n regendouche. Wel slim, gewoon gebruik maken van de middelen uit de natuur.

  4. Gert schreef:

    Begin van een nieuw avontuur !!! Benieuwd wat jullie allemaal gaan beleven.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *