parallax background

100 uur in de trein

Snowshoeiing around Vancouver
Snow snow snow snow
februari 7, 2020
a bad start
Een valse start
februari 21, 2020
 

Zondag 15 december - Toronto


‘Good morning ladies and gentlemen. My name is David and I am responsible for your wellbeing on this train. We will make sure you are comfortable and enjoy your ride. From now on your are one big family in the train, and you can’t choose that family’ zegt de enthousiaste treinconducteur bijna profetisch. Zijn ervaring als treinconducteur voorspelt dat we ook deze keer te maken hebben met een bont gezelschap op de trein. Eén voor één wandelt hij alle stoelen langs, maakt een praatje met de passagier, vraagt wat de bestemming is en schrijft het op een sticker die hij boven onze stoelen plakt. We hebben een vierzit te pakken met uitklapbare voetenbankjes die ’s avonds een soort van bed vormen. Er hing een papier ‘reserved for groups of 3 or 4’, maar omdat bijna iedereen alleen reist, is twee personen de grootste groep en mogen we hier zitten. We kijken naar de stoelen rond ons en mogen voorlopig niet klagen. Links van ons zit een jonge Duitse journaliste, erachter een studente uit Zweden, en achter ons een jongen die er op het eerste zicht rustig en normaal uitziet.

‘He, die zwerver stapt ook op de trein’ zegt Zoë verbaasd. Een man met een lijkbleek gezicht, een grote witte baard en wilde haren schommelt door het gangpad. Hij praat luid tegen zichzelf maar we verstaan geen woord van zijn gebrabbel. Hij zou zo een verstrooide professor in een stripverhaal kunnen zijn. Hij komt onze kant van de wagon uit en zet zich neer, twee stoelen achter ons. Hij zit nog geen seconde en staat al weer recht, wandelt naar de achterkant van de wagon en weer terug naar zijn plaats, niet één keer, maar wel twintig keer. David, de enthousiaste treinconducteur komt naar hem toe en vraagt of de zwarte sporttas op het perron van hem is. Het is van zijn vriend die de tas later komt ophalen, vertelt hij overtuigt. Het was geloofwaardiger als hij zou zeggen dat hij de broer van de kerstman is. David gelooft er even weinig van, maar doet alsof het in orde is.
‘Misschien is het zijn eigen tas en weet hij het niet meer?’ zegt Zoë een beetje ongerust. Hij lijkt zo in de war en heeft helemaal niets bij zich.
‘Uitgezonderd zijn verstand, lijkt hij niets kwijt te zijn’ lacht Olivier.
Een paar minuten later stapt een jonge student met de zwarte sporttas de trein in. Hij zet zich naast de jonge Zweedse studente schuin achter ons en bedankt de verstrooide professor. Dat is zijn mysterieuze vriend. Boven het hoofd van de verstrooide professor plakt David ook een sticker met Vancouver en we kijken elkaar verbaasd aan.

De trein van Toronto naar Vancouver duurt maar liefst vier volle dagen. We ontdekken al snel dat de verstrooide professor niet ons enige bijzondere gezelschap is de komende dagen. Aan het begin van de wagon zitten twee gezette, donkere dames. Ze passen amper in hun stoel en één van de twee heeft een grote gele haardos die lijkt op een groot vogelnest. Boven op haar schoot zit een kleine baby van minder dan één jaar oud. Naast de dames ligt een man in comateuze toestand in zijn stoel. Met zijn piercings en zwarte, vettige haren, past hij zo in een Mexicaans drugskartel. Hij lijkt stomdronken en stinkt naar bier. Een paar stoelen verderop ligt een andere dronkenlap te slapen. Zijn gezicht is verweerd met rode vlekken en hij mist de helft van zijn tanden, alsof hij al jaren als zwerver op de straat leeft. De prijs van het bier is peperduur en we kunnen ons niet voorstellen dat ze hun alcoholconsumptie op hun normale niveau kunnen houden de komende dagen. Misschien is de trein een soort van afkickprocedure voor deze mensen. Later vertelt David ons dat de Greyhound busdienst tussen Toronto en Vancouver sinds een jaar niet meer bestaat. Het hele gezelschap aan zwervers, alcoholisten en mensen met problemen reist nu met trein, vaak financieel ondersteunt door de lokale overheden om andere provincies op te zoeken. De trein lijkt zo een soort opvangcentrum en tijdelijke therapie, psychologisch begeleid door een aantal treinconducteurs.

We reizen in economy class, de goedkoopste versie waar we alleen een stoel hebben. Geen bed, geen douche, geen maaltijden. In de sleeper class, die meer dan twee keer zo duur is, hebben de mensen een bed, een douche en ze krijgen drie maaltijden per dag. Op ons karige wereldreisbudget is dat geen optie, maar daar malen we niet om. We zaten al eerder 60 uur in een bus in Brazilië en vier dagen in een vrachtwagen in Argentinië. De ervaring leert dat de tijd voorbij vliegt, ongeacht het comfort. Een bonus, natuurlijk discutabel, is het bonte gezelschap op de trein. De economy class heeft gelukkig, net zoals de duurdere opties, een restaurant wagen met boven het restaurant een panoramagedeelte met stoelen en gebogen glazen ramen voor een perfect 360 graden uitzicht. We verplaatsen ons al snel naar deze wagon want we zitten immers in de trein om Canada te zien. Er zit een jongeman die een grote pilotenbril draagt met een dik zwart montuur. Voor zijn neus ligt exact dezelfde camera als wij hebben en we raken al snel aan de praat. Hij is geboren in India en immigreerde naar Canada toen hij veertien jaar was. Hij woont in Toronto en besliste twee dagen geleden heel impulsief om de trein naar Vancouver te nemen. Zijn naam is Shashank. ‘Zoals de film’ zegt hij, wat hij waarschijnlijk iedere keer moet zeggen als hij zich voorstelt.

Naast ons zit een moeder met twee kinderen. Ze luistert mee als we vertellen over onze wereldreis. Zoë verhuist al snel naar de andere tafel en vertelt uitgebreid over onze reis. Ze is op weg naar huis met haar twee kinderen. Thuis is amper één nacht in de trein en vervolgens een uur in de auto. Samen met haar man heeft ze een taxibedrijf, met vliegtuigen. Ze brengen toeristen met een watervliegtuig naar exclusieve visgronden en wandelingen. Ze vraagt hoe de huizen eruit zien in Nederland en wat voor materialen we gebruiken. We vertellen dat we bouwen in bakstenen en dat de huizen heel erg klein zijn. We vertellen over de documentaire die we laatst zagen over de toekomst van houtbouw. In de VS en Canada zijn bijna alle huizen in hout gebouwd en tot voor kort waren we erg sceptisch daarover. We stellen allerlei vragen over bosbouw in Canada en zijn bezorgd wat er gebeurt met de bossen als de wereldwijde vraag stijgt. Een jongeman, die sprekend lijkt op de jonge versie van John Lennon, komt naar ons toe en vertelt dat Canada twee miljard bomen extra wil planten. Hij is een bomenplanter, een seizoensarbeider die voor grote bosbouwbedrijven nieuwe bomen plant. Het was één van onze ideeën om de tijd in Canada te spenderen, maar al snel zagen we af van wekenlang kamperen tussen wiet rokende hippies terwijl je hersenloos boompjes in de grond stopt voor 15 cent per stuk geterroriseerd door duizenden muggen rond je hoofd. Hij bevestigt de cultuur en het zware werk, maar zegt dat het de snelste manier is om zijn grote studieschuld af te betalen.

We gaan even terug naar onze stoelen en zien dat de sportieve jongeman twee stoelen voor ons andere kleren heeft aangetrokken. Hij draagt een kleurrijke jumpsuit, cowboylaarzen, een dikke gouden ketting en een groene zonnebril. Hij grabbelt verder in zijn sporttas die vol zit met een hele selectie andere modieuze kleding. Aandacht tekort, denken we als hij trots op en neer paradeert door heel de wagon. De Duitse uitwisselingsstudente waar hij onmiddellijk naast ging zitten toen hij de trein inkwam, is steeds minder onder de indruk van haar buurman en heeft vast al spijt haar keuze. Intussen heeft de selectie dronkenlappen de weg naar de bar gevonden en ze drinken samen, individueel sociaal, hun acht dollar dure biertje. Ook de verstrooide professor heeft de bar gevonden, maar hij kiest voor een bakje ontbijtgranen. Hij is dusdanig afgeleid door de donkere vrouw met haar vogelnestkapsel, dat de helft van de ontbijtgranen in zijn witte baard verdwijnt. Even later opent hij zijn portefeuille die, tot onze verbazing vol zit met briefjes van twintig dollar, en besluit dat een biertje beter smaakt dan melk.

We gaan terug naar de de glazen wagon waar twee nieuwe personages op het toneel zijn verschenen. Een dikkere man zit tussen het bankje en de stoel gepropt. ‘A lot of strange people on the train today’ is het eerste wat hij zegt. Patrick rijdt met treinen mee sinds dat hij zeven jaar. Dit is zijn 50ste treinreis in Canada en hij weet alles over de treinen. Daarnaast is hij boer en hij weet alles over landbouw. De volgende twee uur wijst hij onophoudelijke objecten aan in het landschap. ‘In Canada we call this …’ zegt hij iedere keer weer en hij vertelt iets over de trein of over landbouw. Bij iedere passerende trein steekt hij zijn hand op en zwaait naar de machinist van de andere trein. Hij voelt zich de machinist die hij nooit kon zijn door een oogafwijking. Racisme was het destijds, dat vindt hij ervan. Als er uiteindelijk niets nieuws meer te zien is in het landschap, dommelt hij wat in. Een andere man komt de trap op en wijst ons onmiddellijk op de grote mijn aan de linkerkant. 'Pot Asch’ zegt hij. Ze maken er bestrijdingsmiddelen van en het is de grootste economie in deze provincie. Gelukkig zijn ze zo slim om het niet te verkopen aan de Chinezen, zoals ze met de rest van Canada doen. De man is een pastoor van een Baptist kerk en dan weten we genoeg. Deze types hebben we in de VS vaak ontmoet en we weten waar ze voor staan.

Hij begint een lange monoloog over de teloorgang van de vrijheiden in de VS en Canada. Het verlangen naar een Canadese Trump sluimert tussen zijn betoog door. Patrick schudt herhaaldelijk met zijn hoofd op de achtergrond en is, net zoals wij, opgelucht als de pastoor het tijd vindt om zijn dinner te bestellen.

Om acht uur ’s avonds nestelen we ons op ons semi-comfortabele bed en zoeken een houding die we minstens een uur kunnen aanhouden. Shashank ligt inmiddels luidt te snurken, terwijl de verstrooide professor hardop tegen zijn stoel praat en een laken uit zijn jaszak tovert. Vooraan krijst de baby van de donkere vrouw de hele wagon bij elkaar, terwijl een van de twee vrouwen hardop en zonder schaamte vloekt tegen de Mexicaanse dronkenlap dat ze niet naast zo’n stinkende man wil zitten. Onze playboy in zijn jumpsuit heeft een set nieuwe cowboylaarzen aangetrokken en probeert de Duitse studente tevergeefs te overtuigen om samen bier te drinken. Een van de dronkelappen is wel gecharmeerd door het voorstel en samen verdwijnen ze naar de bar. We zeggen welterusten tegen onze achterbuur, een uitwisselingsstudent uit Ecuador en kijken al uit naar de komende drie dagen van het familiefeest met het bonte treingezelschap.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *