parallax background

Help! Stroomversnellingen

canoeing in the morning fog on a lake
Zes redenen om de NFCT in augustus te starten
oktober 27, 2019
Cycling with beautiful views on Fitz Roy
Paklijst voor een wereldreis op de fiets
november 2, 2019
 

Woensdag 21 augustus - Saranac River

 

Was het wel een slimme keuze om de kanotocht zonder ervaring te beginnen? We hadden ook voor een driedaagse tocht kunnen kiezen, aanvoelen hoe dat is, onze bepakking wat aanpassen, de techniek van het kanoën leren en vervolgens beginnen aan een van de zwaarste kanotochten in de VS. Dat hadden we kunnen doen, maar een sprong in het diepe is de beste manier om iets te leren, en de meest uitdagende, vinden wij toch. De techniek van het kanoën zouden we onderweg wel leren, en na vijftig dagen zouden we experts zijn. Strak plan, totdat we de eerste stroomversnellingen voor ons zagen in de rivier. Het waterniveau was laag dus we zagen overal stenen en snelstromend water tussen de stenen. Op voorhand hadden ervaren kanoërs ons verteld dat je de stroom met het meeste water moet volgen. We gaan op een grote steen staan net voor de stroomversnellingen en zoeken de beste weg. ‘Rechts van die grote steen, dan onmiddellijk naar links en dan links van die steen’ zegt Zoë, ‘of misschien beter links van die steen en dan links blijven’. We kunnen net dertig meter ver kijken en daarna draait de rivier om de bocht. Eigenlijk maken we ons helemaal geen zorgen om de stroomversnelling, het enige dat we willen vermijden, is een kras op onze kano.

 

‘Laten we het maar proberen. Jij moet rechts of links aangeven, en blijven peddelen’ zegt Olivier. We stappen terug in de kano, binden alle tassen vast en we laten ons meenemen door het water. Van boven op de steen leek het water helemaal niet zo snel te stromen, maar eenmaal in de kano komt die eerste grote steen wel heel snel op ons af.
‘Links, links!’ roept Zoë.
‘Rechts mee peddelen’ roept Olivier terug
We kunnen net de grote steen ontwijken en we schieten al op de volgende steen af. -Was het links of rechts van deze steen- gaat door ons hoofd. Er is geen tijd om lang na te denken. We moeten razendsnel beslissen. Een beslissing die alleen gebaseerd is op intuïtie en op geen enkele ervaring. We wilden toch in het diepe gegooid worden?
Zoë ziet net op tijd de beste route en schreeuwt ‘rechts!’. Ook de tweede grote steen kunnen we ontwijken en we bereiden ons voor op het volgende manoeuvre.
‘Kkkrrrrrrrrrrrrkrkrkrkrkkrrrrrrrrrrrr’
We schuren van voor tot achter over een steen die net onder het wateroppervlakte ligt.
‘Oh shit! Dat is een heel grote kras’ vloekt Zoë met een hele grote teleurstelling.
Veel tijd om te treuren hebben we niet want de stenen blijven elkaar opvolgen. We raken nog een paar keer verborgen stenen en knallen bijna vol zijwaarts op een grote steen, maar voor de allereerste keer hebben we het best aardig gedaan. We zijn niet omgekanteld, zijn geen peddels kwijtgeraakt en er zit geen gat in de kano. Toch was een lesje sturen-in-stroomversnellingen geen verkeerde keuze geweest.

 

Tussen de tweede en de derde set stroomversnellingen hangt er een klein bordje op de boom. ‘Portage Casey Road’ staat erop. We weten dat hierna stroomversnellingen van klasse III en IV komen, kleine watervallen zeg maar. Dat is ver boven onze vaardigheden dus we gaan bij het bordje uit het water en moeten via de weg wandelen. Die portage doen we pas morgenochtend want we slapen vanavond in het bos bij de kano take-out. Het enige probleem is dat er slechts plaats is voor één klein tentje en we zijn met een groter gezelschap deze avond. Sinds gisteren hebben we Rob en Ellen, Zoë’s ouders, op bezoek. We hebben het plan om iedere avond samen te kamperen. Bij de eerste ontmoeting was dat al een hele klus, waarbij de koffers van Rob en Ellen in de kano naar de kampeerplaats gingen terwijl zij over een lang bospad konden wandelen. We hadden een prachtige plek aan een meanderend watertje. Rob en Ellen vonden ons bij een afgelegen bruggetje. Als de koffers via onze kano taxi zijn aangekomen zetten we ons neer op het picknick kleed en praten volledig bij. Rob en Ellen mogen na heel wat jaren nog eens proeven hoe de tent aanvoelt. Rob beschrijft het in geur en kleur in zijn gastblog 'the zero dollar campground'. We lieten Zoë’s ouders ook nog eens proeven van het kanovaren. Ellen stapt bij Olivier in de kano terwijl Zoë en Rob er rustig achteraan dobberen. Rob zijn kano-ervaringen dateren van 45 jaar terug in het zuiden van de VS. Daar heeft hij duidelijk een licht trauma aan overgehouden want hij praat alleen maar over kapseizen en slangen die uit de bomen vallen. Tot dusver gingen de ontmoetingen in de avond perfect, maar vandaag lijkt het bijna onmogelijk te worden. Olivier wandelt de trail door bos, die onvindbaar zou zijn zonder de gele plaatjes op de bomen, naar de onverharde weg. De trail komt op een willekeurige plaats uit het bos die er net zo uitziet als alle plaatsen links er rechts van de uitgang. -Dit vinden ze nooit- denkt Olivier. Na een halfuur komen Rob en Ellen aanrijden, voor de vierde keer inmiddels. Ze hebben een betere plaats gevonden. We halen de spullen uit het bos en wandelen samen naar de plek. De zogenaamde kampeerplaats blijkt een ‘camp' te zijn, een zomerhuisje van iemand. De picknicktafel en buitentoilet nodigen inderdaad uit tot kamperen, maar alle bordjes ‘keep out, private property’ vertellen iets anders. Er zit niets anders op dan verder wandelen over de weg tot het eerste huis waar we mensen zien.

 

Twee kilometer later staat er een familie rond een hondenkennel met kleine puppies. Rob en Ellen hadden ze al aangesproken in hun zoektocht naar ons en Rob stelt voor om er een gokje op te wagen. Hij stuurt zijn dochter en vrouw erop uit. ‘het leken heel vriendelijke mensen’ moedigt hij toe. ‘Als het lukt, kunnen pap en mam een inkijkje krijgen in onze ervaringen’ denkt Zoë.
Ze stapt op de mensen af en legt de situatie uit. "dus kunnen we misschien onze tent in jullie veld zetten?" vraagt ze. Met succes, we mogen natuurlijk de tent in de tuin zetten en hebben onverwachts een veel mooiere plek dan het donkere bos. Lee en Holly nodigen ons uit voor een biertje, we mogen hun buitengrill gebruiken om te koken, aan tafel eten en ze zorgen dat we niets tekort komen. Na het avondeten zitten we in de portiek met de hele familie.
‘What are your plans for the weekend?’ vraagt Olivier
‘Well, tomorrow morning I’ll start with making breakfast for my new European friends’ zegt Lee gevolgd door een grote glimlach.
Net zoals veel Amerikanen kennen ze geen Europeanen en ze zijn trots als ze er een paar ontmoeten. Zoals overal in de VS gaat de deur wagenwijd open en komt het beste van de Amerikaanse gastvrijheid naar boven. Zij wonen in een prachtige omgeving op de rand van het Adirondacks natuurpark. Ze kennen de omgeving op hun broekzak, maar de wijde wereld is onbekend terrein.
Om zes uur ’s ochtends staat Lee al spek te bakken op de buitengrill.
‘Jullie hebben vast al bij heel veel mensen geslapen, maar we hopen dat we in de top 10 zullen staan’ grapt Holly.
Voor ons was het een van de vele bijzondere ontmoetingen en gastvrijheid tijdens onze reis, voor Rob en Ellen was dit een nieuwe ervaring in onze manier van reizen. Het was een korte, maar fijne vijf dagen met Zoë haar ouders. Met als hoogtepunt een gezamenlijk dagje kanoën en het bezoek aan Holly en Lee. We zwaaien ze gedag en vervolgen weer alleen ons pad.

 

De volgende dagen maken we voor de eerste keer kennis met de lage waterstanden. De Saranac River is zo laag dat we al wandelend door de rivier moeten. Onder water ligt het vol met enkelbrekende, glibberige stenen. Soms kunnen we twintig meter in de kano zitten, maar dat is slechts zeldzaam plezier. We komen nauwelijks vooruit en verzamelen alleen maar meer krassen op de kano. Het is een eenvoudige keuze, slenterend door de rivier of wandelend over de weg. We besluiten te wandelen tot in Plattsburg, meer dan twintig kilometer over de weg tussen het normale verkeer. We staan voor verkeerslichten, passeren langs de supermarkt en wandelen over slechte voetpaden. Mensen staren ons aan, deels uit verbazing, anderen met lichte verachting. "hebben jullie geen auto?" vraagt iemand ons onderweg, wat direct verklaart wat men van ons moet denken. Eenmaal stonden we met onze kano voor de Aldi (ja, die hebben ze ook in de VS) geparkeerd. Olivier deed boodschappen en Zoë nam van de gelegenheid gebruik om alvast de lunch voor te bereiden. Wraps met kaas, salami en walnoten. Mensen doen hun hoofd omlaag als ze voorbij lopen en negeren Zoë haar ogen die vriendelijk gedag willen zeggen. Slechts één enkeling durft een vraag te stellen. Hij komt net de supermarkt uit en kijkt naar wat Zoë aan het maken is.
"Is het lekker?" is zijn wat vreemde vraag.
"Jazeker, het is onze lunch" zegt Zoë vanuit kleermaker-zit op de grond.
"wat heb je erop zitten?
Als Zoë ons menu heeft uitgelegd loopt hij door, dan draait hij zich plots weer om, een beetje vertwijfeld weliswaar.
"Can I have one?" roept hij van een afstandje.
“Maar natuurlijk" zegt Zoë terwijl ze een klaar gemaakte wrap overhandigd.
Hij frummelt in zijn broekzak en duwt twee verfrommelde dollar briefjes in haar hand. Ze wijst het af maar hij dringt aan. Verward met haar hand nog uitgestoken in de lucht schud ze met een grote glimlach haar hoofd. "OH this is really good!" roept hij van bij zijn auto. Zoë moet hardop lachen en kan niet wachten tot ze dit aan Olivier kan vertellen. Ze heeft zojuist 2 dollar verdiend aan het smeren van haar lunch. Of dit een actie uit medelijden of pure nieuwsgierigheid was, is de vraag. Voldaan van 9 wraps, in plaats van 10 zetten we onze lange portage verder. Volgens onze guidebook is de langste portage van de kanotocht 9,5 kilometer. Die afstand hebben we vandaag ruimschoots overtroffen en zo zwaar was dat niet, maar we hebben dan ook de gewoonte ontwikkeld om dagen op de weg door te brengen.

Van absolute beginners veranderen we snel in semi-gevorderden. We leren het wateroppervlak lezen en het verschil zien tussen stenen, planten of een boom. We leren de diepte van de boot inschatten en weten dat we bij twintig centimeter waterdiepte de bodem niet raken. We leren te sturen in stroomversnellingen, en leren dat een kras op de kano onderdeel is van de tocht, maar dat je soms net zo goed kunt lopen. In ons geval lopen we heel wat af, maar zorgt ervaring voor een andere keuze? Als je overal doorheen beukt of als je de keuze maakt te wandelen? Eveneens ervaren peddelaars kiezen voor een extra wandelingetje om de boot te besparen, zo horen we later. Misschien zijn we dan toch niet helemaal ervarings-loos meer?

Comments are closed.