parallax background

Moose, moose, moose

old trains on the tramway carry
De industriële wildernis
december 13, 2019
ViaRail train in snow
Goedkoop met de trein door Canada
december 23, 2019
 

Dinsdag 1 oktober - Scofield Point campsite


Onze kanotocht is bijna perfect, maar toch ontbreekt er iets belangrijk. Iedereen zei ons dat Maine vol zit met elanden en we zouden er heel veel zien. Na meer dan twintig dagen in Maine hebben we dagelijks honderden eland voetstappen gezien, elandenpoep en zelfs een dode eland achterop een jeep, maar nog geen levende eland. Een week geleden was het de eerste week van het elanden jachtseizoen.
‘Ze zullen wel allemaal doodgeschoten zijn’ zucht Zoë
‘We hebben nog zes dagen om een eland te zien’ Op Appalachian Trail zei Olivier hetzelfde toen we nog twintig dagen hadden om een beer te zien en een half uur later stond er eentje midden op het pad. ‘Vorige keer bracht het geluk’ lacht hij.
We vroegen gisteren aan een park ranger naar de beste plekken om elanden te zien en hij duidde er een paar aan op de kaart. We overtuigen Brad om op eland-safari te gaan en varen met grote omwegen naar de volgende kampeerplek.
‘My colleagues and your parents will think that we got lost’ lacht hij met het idee dat mensen onze vreemde route van de gps kunnen volgen.
Helaas hebben we weer geen geluk en zien geen elanden. In ruil krijgen we ijskoude tegenwind en stevige regenbuien. De regencapes zijn ideaal op de fiets en tijdens het wandelen omdat ze onze benen ventileren, maar in de kano krijgen we het koud. We bibberen en snakken naar een kampvuur en een warme slaapzak. De geplande kampeerplaats ligt vol in de wind en wederom peddelen we verder dan gepland. Hoewel we rustig aan wilden doen in de wildernis, lopen we steeds meer voor op ons schema en slagen we niet in ons doel om rustig aan te doen.
‘Morgen zien we elanden’ zegt Olivier hoopvol als we om zeven uur al in de tent liggen. Daar is het warm. Buiten in de wind is te koud en zelfs het kampvuur warmt ons niet op. ‘Er staat geschreven dat je elanden na iedere bocht kan verwachten op de Allagash River’ zegt Olivier vanuit zijn warme slaapzak nadat hij de gids dicht slaat.

De wildernis waar we nu varen, heet de Allagash Wilderness Waterway. Langs beide kanten van de rivier is een strook van tweehonderd meter beschermde natuur. De bossen buiten deze strook zijn eigendom van houtkapbedrijven. Ze trekken zich niet zoveel aan van de wildernis en passen een monocultuur toe van snelgroeiende naaldbomen. In de verte horen we de grote trucks rijden, volgeladen met tonnen hout. Alle wegen zijn privaat en er gelden geen gewichtsbeperkingen. De vrachtwagens zijn monsters en verstoren de wildernis. ’s Nachts horen we geen vrachtwagen, maar het geluid van vliegtuigen. In de hele wildernis zijn meer dan veertig kampeerplaatsen, allemaal voorzien van een picknickbank, een vuurplaats en een houten toilet. ’s Zomers zijn alle kampeerplaatsen bezet door zomerkampen met kinderen. Nu zijn we alleen in de wildernis, maar door de geciviliseerde signalen voelt de wildernis minder wild. Hopelijk is het nog wild genoeg voor de elanden.


Olivier gooit de regencape over zijn hoofd en gaat op blote voeten naar buiten. Hij speurt het water af en ziet iets vaag aan de overkant van de rivier.

We varen bocht na bocht door de wildernis, maar geen spoor van elanden. Brad weigert voor ons uit te peddelen want hij wil de elanden niet wegjagen. Voor Brad is een eland bijna zo normaal als een koe voor ons.
"I'll feel very sorry if you don't see a moose".
Zelf verliezen we de hoop een beetje. De Allagash is een stroomafwaartse rivier, het zonnetje schijnt en we laten ons regelmatig meedrijven op de rivier. Na de koude temperaturen van de afgelopen dagen, is dit genieten. Af en toe zijn er kleine stroomversnellingen, maar er is meestal genoeg water in de rivier om zonder brokken te kunnen varen. We dobberen over de lichte golfjes en varen de bocht om.
"Olivier! Daar" fluistert Zoë zo luid mogelijk.

Olivier zit achterin en moet sturen. Zoë zit voorin, scout naar stenen en heeft alle tijd om rond te kijken. Olivier ziet ze ook staan, twee elanden in het water, een moeder met een kalf. Ze zien ons niet en de rivier drijft ons snel dichterbij. Olivier probeert zo snel mogelijk de camera te pakken, wat niet zo makkelijk is in een stroomversnelling. De twee elanden krijgen ons in de gaten en nemen de benen. Met hun lange poten, ogen ze een beetje onhandig. Ze willen de rivier oversteken en moeten een stukje zwemmen. Wij genieten van het spektakel en zitten op de eerste rij. Met onze armen in de lucht juichen we richting Brad. Hij geniet ervan als hij ons ziet glunderen.
'I was almost affraight I had to rent a moose' grapt Brad als hij dichterbij komt.
Een half uur later peddelen we een klein meertje op als er twee otters hun kop boven het water steken. Niet een keer, niet twee keer, wel twintig keer komen ze boven en inspecteren ze ons. Zelfs Brad is deze keer onder de indruk. De kanotocht is compleet, beter dan dit kan niet. Of toch?

'They predict snow tonight' vertelt Brad ons als hij het laatste weerbericht op zijn satelliettelefoon heeft gedownload.
'Yes!' schreeuwt Zoë bijna uit. Brad kan niet geloven dat we blij zijn met sneeuw, maar wij willen niets liever dan wakker worden met een wit laagje op de tent.
Heel de nacht vallen er druppels op de tent, maar geen sneeuwvlokjes. Om zes uur moeten we beiden naar het toilet. We wachten altijd veel te lang omdat we niet uit onze slaapzak willen, totdat we liggen te draaien door de druk op onze blaas. Olivier gaat altijd als eerste uit de tent zodat Zoë geen ritssluitingen moet opendoen en zo snel mogelijk naar buiten kan. Het is nog donker, maar het is duidelijk dat er geen sneeuw ligt. We kruipen snel terug in de tent en in onze slaapzak.
"Ik hoor iets in het water" zegt Olivier als we net liggen.
"Huh, wat?" mompelt Zoë die nog in slaapmodus staat.
"Ik ga kijken" en Olivier kruipt weer uit de slaapzak.

Olivier gooit de regencape over zijn hoofd en gaat op blote voeten naar buiten. Hij speurt het water af en ziet iets vaag aan de overkant van de rivier. Er moet iets zijn, maar het is te donker. Plots beweegt de schim, het is groot, zou het een eland zijn?
"Zoë, er staat een eland"
"Wacht, ik kom"
"Neem de camera mee"
Tegen de tijd dat Zoë uit de tent is, zien we niet één, maar drie elanden. Het is te donker om te zien of het een mannetje is. Olivier zijn voeten worden koud en hij heeft alleen een onderbroek onder zijn regencape aan. Het is 1 graden buiten, maar de opwinding van de elanden verwarmt de koude. Het wordt steeds lichter en we zien nu duidelijk een mannetje en twee vrouwtjes. Ze wandelen van links naar rechts en weer terug. We zijn muisstil en ze zien ons niet. Olivier zijn voeten zijn ijsklompen, Zoë bibbert van kop tot teen als Brad zijn tent uit kruipt en verbaasd naar het tafereel kijkt. De elanden zijn misschien niet bijzonder voor hem, onze toewijding om ze te zien zeker wel. De elanden geven ons een show van anderhalf uur. Wij hebben daarna een half uur nodig om een klein beetje op te warmen in onze slaapzak.

 

Twee dagen later peddelen we de wildernis uit. Een auto rijdt over een zandweg naast ons, er verschijnen terug huizen langs de rivier. We missen onmiddellijk de wildernis die soms niet wild genoeg leek, maar toch was. Er rest ons één rivier naar onze eindhalte. Ook al peddelen we niet hard, de rivier duwt ons naar het einde. We beseffen dat het de laatste meters in de kano zijn. Toen we drie jaar geleden in het zuiden van Spanje aankwamen, waren we verliefd op het fietsen. Ze zouden kost wat kost meegaan op de zeilboot. Nu zijn we verliefd op het kanoën, maar de kano gaat terug naar Northstar. Dit is voorlopig het einde van de kano en dat voelen we. Het voelt alsof we iets uniek gedaan hebben en misschien is dat wel zo. Jaarlijks starten amper een vijftigtal mensen deze trail, tien ervan halen het einde. We weten niet nummer hoeveel we dit jaar zijn, maar we zijn wel de laatste peddelaars van dit jaar die het halen. Olivier is de eerste Belg die de trail voltooid, Zoë de derde Nederlandse. Een engels koppel, met Nederlands paspoort was haar voor. In de verte verschijnt de brug van Fort Kent. Een gevoel van trots overheerst. Ruim zeven maanden geleden vertrokken we met de fiets uit Cancun. De kanotocht leek eindeloos ver weg en plots zijn we aan het einde. En hebben we nog geen plannen, slechts ideeën, voor ons vervolg.
"We zijn er Zoë" zegt Olivier
"Jammer he"
"Jah, maar dit was niet de laatste kanotocht".
“En zeker niet het einde van ons avontuur”.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *