Daar staan we, voor de grote poort van het Nationaal Park De Hoge Veluwe. Tweemaal eerder hielden we stand voor deze poort, maar lieten ons weerhouden door het entreegeld van € 9,50 en draaiden teleurgesteld om. Ai, ai we zijn te zuinig geweest. Nu weten we beter; in het Nationaal Park van de Hoge Veluwe ben je over de grens, in eigen land.
In Paalkamperen in de achtertuin ervaren we voor het eerst de paden van het Trekvogelpad. We vervolgen deze keer de langste natuurroute van Nederland vanaf Otterlo, via de Hoge Veluwe, tot aan Loenen. Voordat we voet in het park zetten, zweert Olivier nog even 'het park niet te verlaten voordat we een hert gezien hebben'.
Het gebied heeft veel weg van de Utrechtse heuvelrug waar onze vorige tocht eindigde, maar kent meer variatie in de wandelroute. Het wit met rode markeerteken brengt ons door smalle bospaadjes naar heuvels met trappen, over open zandvelden tot aan vlonders door het riet. Onderweg speuren we naar wild en genieten van het zomerse zonnetje. Net als we beginnen te twijfelen aan de hoeveelheid dieren in de Veluwe, wandelen we een bos in waar honderd meter verder plots twee puntige oortjes schuchter omhoog schieten. Een mannetjesree heeft iets verdacht gehoord en speurt alert de omgeving af. Geruisloos proberen we dichterbij te komen, maar de ree schiet weg bij de eerste stap die we zetten. Als we het bos uitlopen, hebben we meer geluk. In de verte staat een prachtig edelhert rustig naast een moeras te grazen. Af en toe kijkt hij even op en pronkt met zijn sierlijke gewei. We mogen tot op twintig meter komen totdat hij besluit dat we genoeg gezien hebben.
Aan het einde van de dag komen we aan op de natuurcamping die binnen de grenzen van het park ligt. Op de camping is er een eigen veld voor wandelaars en fietsers. Auto's en campers kunnen daar niet komen en dat zorgt voor een rustige sfeer. Net als op meerdere plekken in het park, kun je om de hoek van de camping op de witte fiets springen. Deze zijn gratis en in overvloed aanwezig. We gebruiken de fiets om later in de avond en vroeg in de ochtend op safari te gaan. Stilletjes laten we ons voortbewegen over de strakke betonnen paden waar inmiddels geen andere bezoeker meer te bekennen is. We turen door de bosjes en staan druk geruisloos te gebaren als we iets zien bewegen in het bos.
De totale vangst is aanzienlijk! Voor we het park verlaten hebben we 6 reetjes, 1 edelhert, 3 spechten en 6 zwijnen op de teller staan. Twee van hen waren biggetjes die we heerlijk wroetend langs het fietspad troffen. Zo dichtbij, dat we beiden direct uitkeken naar een boze moeder. Gelukkig was die ver uit buurt en konden we weer veilig het park verlaten, met meer hertjes dan Olivier had durven uitspreken aan het begin van de vorige dag. Buiten het park keert de geordende Nederlandse wereld snel terug. De natuur doet haar best om ons te imponeren met speelse lichteffecten en tovert het laatste hert van het weekend tevoorschijn. We lopen over het hoogste punt van het Trekvogelpad, door zomers warme heides tot aan een romantisch pad tussen de weilanden dat stopt bij de bushalte waar deel II van het Trekvogelpad eindigt. Deel III zal niet voor dit jaar zijn, maar komt vast een keer op ons pad.