Rond vijf uur ’s middags komen we aan bij de put-in van Lake Champlain. Vele mensen waarschuwden ons dit meer gevaarlijk is en dat je juiste keuzes moet maken. Door de grote oppervlakte kan de wind flink opstuiven, met oceaanachtige golven als gevolg. Golven die kano’s doen kapseizen. Vooral de oversteken kust naar kust zijn gevaarlijk en ze raden aan om deze zo vroeg mogelijk in de ochtend te doen, of tegen het vallen van de avond. In ons hoofd is Lake Champlain de eerste grote uitdaging van het kanovaren waar we een slimme en veilige keuzes moeten maken. Er zijn vier oversteken waar de wind kan op waaien, de rest is langs de kust en hopelijk meer beschermd. We hebben de opties al een paar keer besproken de afgelopen dagen en het plan is om te kamperen in de baai en ’s ochtends heel vroeg te vertrekken om het meer in een keer af te leggen als de gelegenheid dat toelaat. Het scenario dat we om vijf uur ’s middags voor ogen krijgen, hadden we niet verwacht. Lake Champlain is een perfecte spiegel, geen zuchtje wind, geen rimpeling op het water.
‘Zullen we al oversteken?’ zegt Olivier, wetend dat Zoë hetzelfde denkt, hoewel het snel donker wordt. "Natuurlijk. Dit is een cadeau, het zou een stomme keuze te zijn om nu niet over te steken, dan maar het risico dat we geen slaapplek vinden". "Het komt vast goed" bevestigt Olivier.
We maken de eerste van de vier oversteken en verstoren de perfecte spiegel met onze peddels. We zijn de enige op het stille water en we kunnen het niet weerstaan een beetje van ons daglicht te verspillen aan wat mooie foto's. Dan moeten we echt vaart maken, de zon hangt al aan de horizon. De oevers van het meer zijn steil en allemaal privéterrein. Een kampeerplek vinden wordt een probleem als we niemand zien. We hebben geluk. We zien een vader met zijn zoon op een luxueus terras aan het water zitten.
“Iedereen die zich buiten bevindt, loopt een hoge risico" zegt Zoë lachend.
“Hoezo?" vraagt Olivier.
"Omdat ze dan gegarandeerd door ons aangesproken met de vraag of we hun tuin voor een kampeer plek mogen gebruiken" zegt Zoë als ze grijnzend omdraait naar Olivier.
Haar hoofd probeert ondertussen de juiste woorden te vinden om het decadente gazonnetje aan te doen en de privésfeer te doorbreken. Ze voelt een lichte spanning, maar staat met volle moed op. Als we dichtbij genoeg zijn gekomen, roept ze vragend of we wat mogen vragen. “Maar natuurlijk" is Bill zijn antwoord op onze uitleg. Als we zijn aangesloten bij het decadente tafereel met een biertje in de hand naar het prachtige uitzicht kijkend, vragen we Bill hoe hij zonder twijfel op onze vraag reageerde. "Ik heb altijd al NFCT peddelaars willen ontmoeten, een geweldige kans" zegt hij simpelweg. Weer een bewijs dat je nee hebt, en ja kunt krijgen. Niet veel later zitten we met een warme maaltijd op ons bord.
Bill en zoon Eric wonen op een droomlocatie in een prachtig huis, maar onze tent heeft de mooiste plaats. We zetten de wekker om half zes in de ochtend.
‘Dat is niet de bedoeling’ zegt Olivier die zijn hoofd uit de tent steekt als de wekker gaat.
De wind waait stevig en er zijn veel golven op het water.
‘Laten we snel ontbijten en vertrekken voordat het harder waait'
Bill staat al in de keuken en hij bereidt een bagel met een eitje voor ons. Zijn weerstation zegt dat het harder gaat waaien over een uur. Vanuit Bill zijn huis begint direct de tweede oversteek, een waarbij we drie kilometer open water oversteken. We moeten een keuze maken, maar we hebben geen referentie of ervaring waarop we ons kunnen baseren, we hebben enkel gezond verstand. We besluiten te gaan, het ziet er doenbaar uit. Proberen is de enige optie en als het niet kan, keren we terug. De wind komt vol uit het zuiden, ongunstig voor de oversteek, maar daarna zeer gunstig langs de kust. Er is meer gevaar op de oversteek, er varen permanent drie grote ferries tussen de twee landpunten. We peddelen met volle kracht, beide aan de rechterkant van de kano.
Terwijl we verder van land komen waait de wind meer en meer op. We zien de rimpelingen op het water. Er is geen weg meer terug, en we beseffen dat we een risico nemen om door te varen, maar eveneens om terug te keren. Het water komt dreigend op ons af met zwarte ruwe golven. De golven zijn hoog en het is bijna onmogelijk om de kano in een rechte lijn te houden. Onze kano voelt nietig op de onstuimige vlakte. Het water spat regelmatig in de boot en vooral voorin voelt Zoë de klappen van de golven. Toch voelen we dat we de boot onder controle hebben. Het enige dat we kunnen doen is zo hard peddelen als we kunnen om aan de overkant te komen voordat de wind nog meer opwaait. We werken als leeuwen en zien langzaam de overkant dichterbij komen. Dromend denken we terug aan het water van gisteren. Als we slechts enkele meters van land zijn halen we opgelucht adem. We draaien de kano en varen nu mee op de sterke golven, een stuk stabieler. Dat was op het randje, maar we hebben nu op zijn minst een referentie. Als we deze golven zien weten we wat we moeten doen.
Na een lange dag van 35 kilometer en drie oversteken hebben we het meer overwonnen. We overnachten opnieuw in iemand zijn tuin en varen de dag erop tegen de stroming in de Missisquoi rivier op die ons over enkele dagen Canada in zal leiden. Het is een natuurreservaat en met alle moerassen is het lastig om de juiste ingang te vinden. We nemen de verkeerde afslag maar komen gelukkig op dezelfde rivier uit. De stroming lijkt behoorlijk mee te vallen, daarentegen hebben we afwisselend stevige tegenwind, zon en regen. Eveneens hebben we afwisselend vaarbaar water en minder vaarbaar water. We moeten geregeld de boot uit om stukken door het water te lopen. Soms tegen stroomversnellingen in. We komen op een stel prachtige kampeerplekken terecht. We worden verast door hertjes in het water, een Bald Eagle die een duik neemt naar zijn vis en een stel bevers die verschrikt het water inspringen als we ze langs de oever tegemoet varen. We kunnen het zelf niet geloven maar we hebben er al een kwart van de trail opzitten. We maken ons op voor de laatste nacht in Amerika voor we Canada in gaan. In onze guidebook staat er dat de Coons familie thru-paddlers ontvangen in hun tuin. Omdat het water te laag is komen we niet via het water maar via de weg bij zijn huis. Een magere werker schudt ons de hand en stelt zich voor. Inderdaad, we mogen onze tent in de tuin zetten en ze hebben zelfs een buitentoilet. We zitten net te eten aan hun picknick tafel als er politie aankomt en die vraagt of Kaiser tijd heeft. Niet veel later komt Kaiser naar ons toe. "Ik moet weg, mijn schoonvader heeft zichzelf neergeschoten" zegt hij hoofdschuddend, zonder te veel ernst. Wij knipperen drie keer met onze ogen en weten niet goed wat te zeggen. “I'am so sorry to hear" zeggen we. "He is an idiot, he always brings trouble" is zijn antwoord.
De volgende ochtend zijn ze nog niet terug. We gooien een kaartje in de bus en vervolgen onze voettocht met de kano naar Canada. We hadden nooit referentie om juiste keuzes te maken, maar inmiddels hebben we alle terreinen geprobeerd en onze eigen keuzes erop losgelaten. De wind leren inschatten is slechts een van de vele ervaringen die we leren tijdens de eerste dagen in de kano. We leren dat onze kano heel stabiel is en we niet snel zullen omkiepen, zelfs bij hoge golven en veel wind. We leren stroomopwaarts peddelen en de kano door stroomversnellingen te trekken. We leren de waterstroom te lezen en in te schatten waar de rivier het diepst is, meestal de buitenbocht, maar soms ook de binnenbocht. We leren de kano boven ons hoofd te dragen en weten inmiddels ook de efficiëntste manier om een portage in één keer te doen. We leren dat de peddels, in tegenstelling tot een kayak, ons helemaal niet nat maken. Natte voeten krijgen we doordat we af en toe uit de kano moeten. En we leren dat regen tijdens het kanovaren helemaal niet zo storend is als tijdens het fietsen of wandelen. In tegendeel, de opspattende waterdruppels op het wateroppervlak zijn fascinerend om naar te kijken en we moeten ons geen zorgen maken om natte voeten, want die zijn toch al nat. Een sprong in het diepe was helemaal geen slechte keuze want in sneltempo hebben we onze nieuwe omgeving leren kennen. We hebben het allemaal geprobeerd en hebben nu onze referenties gevonden.