Paul, die een week met ons mee fietste, is alweer terug naar Mexico stad. We zijn terug met zijn tweeën en leggen er stevig de pees op, alsof we de rustige week met Paul willen compenseren. Zo werkt ons hoofd eenmaal. We houden ervan om af te zien, snel te fietsen, de spieren te voelen en onze grenzen op te zoeken. Tel daarbij op dat we super competitief zijn en het resultaat is dat we niet onder willen doen voor elkaar en zo steeds meer kunnen bereiken. Lang niet iedere wereldfietser doet het op deze manier. We horen soms dat anderen zeven tot acht uur per dag op de fiets zitten, om dezelfde afstand te bereiken. 'Ieder zijn ritme maar ik moet er niet aan denken' zegt Zoë die nog wat extra gas geeft. 'Het fietsen is leuk, maar van langzaam fietsen word ik echt moe'.
Toch trainen we niet alleen onze beenspieren. Er is een kleine spier in ons lichaam die heel moeilijk te trainen is, maar het allergrootste rendement heeft voor het lichaam. Rodrigo, onze warmshower host, kijkt ons vragend aan en wacht op ons antwoord terwijl hij naar zijn hart wijst. 'Het hart?' vragen we, maar dat is te voordehand liggend. Rodrigo knikt nee en leert ons een heel belangrijke les. Er zit een heel kleine spier daarbinnen en het doet heel veel pijn om hem te trainen. Hoe meer je de spier traint, hoe gelukkiger je wordt. We worden wel heel erg benieuwd en proberen het antwoord uit zijn mond te trekken. 'Het is de spier van het delen' vertelt Rodrigo uiteindelijk. Iets delen met anderen is heel erg moeilijk in het begin want we zijn allemaal materialistisch en egoistisch als mens. Toch is bewezen dat delen het allergelukkigst maakt. Dat hebben we al heel veel mogen ervaren tijdens onze reis. Al heel veel mensen nodigden ons uit, hielpen ons onderweg, gaven ons eten of een warme douche, van arm tot rijk. Ze zagen hoe gelukkig wij ervan werden, en dat werden zij ook. Wij vroegen wel vaker waarom ze het deden want wij hadden geen huis, douche of eten om terug te geven. 'Jullie delen jullie tijd en verhalen met ons' zeiden ze dan. Rodrigo vertelt het alsof het echt wetenschap is. 'Daarom zijn we ook zo blij dat jullie er zijn, anders kunnen we onze spier niet trainen' lacht hij. Drie dagen lang krijgen we een zacht bed, heerlijk eten en in ruil geven wij een hele dag presentaties op de school van Rodrigo. Het meest verbazende van alles is dat Rodrigo al meer dan 300 fietsers heeft ontvangen en nog steeds zo geinteresseerd is, alsof we de eerste zijn.
Met een belangrijke levensles in onze fietstas klimmen we terug de bergen in. De volgende bestemming is Oaxaca, een toeristische stad centraal in Mexico. Olivier heeft bedacht dat we er in vier dagen kunnen zijn, exact op zijn verjaardag. Zoë is niet zo blij met de vele kilometers en vooral hoogtemeters die op het programma staan. Sinds een paar dagen hebben we ons aangemeld op Strava, een online platform waar fietsers sportprestaties met elkaar delen. We zitten in een groep met alle Owayo ambassadeurs, onze kledingsponsor. Het zijn stuk voor stuk topatleten en daar kunnen we ons mee meten. Er is een wekelijkse ranglijst met de traingstijd, hoogtemeters en kilometer. Toen Zoë dat hoorde, was er weer motivatie genoeg. Eens topsporter, altijd topsporter!
De bergen zijn droog met veel cactussen en agave planten waar ze Mescal, Tequila en Pulque van maken. Er is nauwelijks water in deze droge periode zodat we genoodzaakt zijn om tot in een dorpje te fietsen. Het gemeentehuis is het mooiste gebouw van het dorp, maar ziet er verlaten uit en we zetten onze tent op de eerste verdieping. Voor het gemeentehuis ligt een basketbalveld met daarrond een groot hek. Er is een klein kraantje, ideaal om ons te douchen. Aangezien het hele dorp aan middagrust lijkt te doen, kunnen we zonder pottenkijkers douchen en ons bezwete shirt wassen. Even later klinkt er een schel geluid uit een grote luidspreker in het dorp. 'Maria Hernadez, llamada para usted'. We kijken verbaasd op en vragen een voorbijganger wat dit is. 'Er is geen gsm netwerk in het dorp en slechts één telefoon. Als er iemand belt, roepen we dat om'. Verbaasd lachen we naar elkaar terwijl de man niet beter weet. Rond zes uur 's avonds komt er een man de deuren van het gemeentehuis opendoen. Dit is vrijwilligerswerk en hij heeft alleen 's avonds tijd. Achter zijn bureau tovert hij een grote fles Mescal tevoorschijn. We begrijpen nog steeds niet wat er lekker is aan sterke drank als we proestend naar adem happen. Hij kijkt ons vreemd aan en begrijpt niet dat we het tweede glaasje weigeren. Bepaalde spieren hoeven wij niet te trainen.
Zo levert ieder dorp weer een avontuur op. De ene avond zien kinderen Zoë haar zakje chips en ze sturen het kleinste meisje op ons af om een bakje te vragen. De volgende dag krijgen we het telefoonnummer van de politiecommandant. 'Als er iets gebeurt, zijn we binnen twee minuten daar' zegt hij overtuigd. Ze zijn allemaal zwaar bewapend en we vragen ons af of het hier gevaarlijk is. 'Nee hoor, dit is een rustig dorp, maar je weet het nooit' zeggen ze. Het valt overigens op hoeveel zwaarbewapende politie en militairen er in Mexico rondrijden. Langs de weg wandelen alle boeren met een machete, maar dat vinden wij minder bedreigend dan de bewapende militairen. Soms lijkt het alsof het oorlog is. We voelen ons niet onveilig, maar toch vragen we ons waarom dat allemaal nodig is. Het genereerd angst en onrust omplaats van rust en vertrouwen. Op een avond vragen we aan een plaatselijke vrouw of het hier veilig is. 'Ja, natuurlijk , dit dorp is heel rustig, maar daar hebben ze twee lijken gevonden en daar ook een’ terwijl ze in twee verschillende richtingen wijst. We hebben geen idee of ze honderd meter of tien kilometer wil zeggen, maar als dit is wat ze 'veilig' noemen, dan gebruiken wij een andere definitie.
Na Oaxaca fietsen we in acht dagen naar Pachuca. Olivier’s sporthorloge geeft bijna 1.200 intensieve trainingsminuten aan. Dat zijn twee en half uur intensief sporten iedere dag. Intensief geldt volgens de horloge als de hartslag gedurende langere periode boven 120 hartslagen registreert. Gemiddeld hebben we honderd hartslagen na een fietsdag, maar iedere klim zorgt voor heel wat intensieve training. Aan het eind van de week staan we bovenaan het klassement met hoogtemeters en trainingsuren. Als trainingsgrond hebben we zeker niet te klagen over Mexico, maar het heeft ons hart nog niet gestolen. ‘Wat vind je tot dusver van Mexico?’ vraagt Olivier op een avond. Zoë moet even nadenken, maar weet niet echt het antwoord. ‘We hebben mooie dingen gezien, maar het is vooral droog en druk’. Alle fietsers zijn dolenthousiast over het land, maar dat gevoel hebben we nog niet. Wie weet, maar misschien kan Pachuca daar iets aan veranderen? Pachuca voelt als thuiskomen want dit is de stad waar Lina geboren is. Lina nodigde ons twee en een half jaar geleden uit in haar huis in Gran Canaria. We bleven er meer dan een maand op zoek naar een zeilboot. Nu zijn we in haar geboortestad en we zijn over de helft van de fietskilometers tot in Atlanta. Onze spieren hebben even genoeg getraind en verdienen een paar dagen rust. Natalia, een andere warmshower, heet ons van harte welkom en traint haar geefspier op volle kracht om ons te plezieren.