parallax background

Pennsylvanian Dutch

gold morning in Virginia
De grootste inspiratie
augustus 30, 2019
morning hike in the smokey mountains
Paklijst voor een zomer trektocht
oktober 15, 2019
 

Vrijdag 28 juli - Blacksburg


We hebben de 1.000 kilometer wandelen nauwelijks afgerond en stappen alweer op de fiets. We gunnen onszelf drie rustdagen, vooruit gedreven om op tijd aan de kanotocht te beginnen. Het zijn 1.200 kilometer tot in Old Forge, New York, de officiële start van de Northern Forest Canoe Trail en dat willen we in elf dagen fietsen. Gekkenwerk!

We volgen de Appalachian Trail zo dicht mogelijk door het Shenandoah National Park, over de Skyline Drive en de Blue Ridge Parkway. Af en toe zien we de witte strepen van de AT op de bomen of een verkeersbord dat waarschuwt voor hikers. Onze fietsbenen sputteren de eerste dagen en de kontspieren zien enorm af. We hebben het fietsen niet echt gemist de afgelopen twee maanden en zien de elf dagen naar Old Forge als een verplicht nummertje. We zitten niet met tegenzin op de fiets, maar het is niet de juiste instelling om te genieten van het fietsen.

Van de bergachtige Appalachen gaan we geleidelijk over naar de rollende heuvels in Delaware en Pennsylvania. We fietsen tussen groene heuvels met vele kleine boerderijen in Noorse rode kleuren. De koeien staan in de weide, de maisvelden zijn bijna op hun hoogst en de graslanden zien er sappig groen uit. De warme zomerdagen zijn bijna dagelijks goed voor een stevige onweersbui die we meestal achter glas of binnen de tent ervaren. Hoe verder we noordelijk gaan, hoe meer we genieten van het fietsen. Hoewel het niet op Nederland of België lijkt, voelen we ons steeds meer thuis. Zijn het de koeien in de wei, of is er werkelijk iets van onze roots hier aanwezig?

Op een rustige zondagochtend, als heel Amerika in de kerk zit, fietsen we over een county road, een kleine weg tussen de dorpjes. ‘klak klak klak klak’ horen we aan de andere kant van de korte heuvel, vergezeld van een rollend geluid van staal op de grond. Boven zien we een groot paard een kar voorttrekken. Voorin zit de vader, achterin vier kleine kinderen. De kar heeft stalen wielen, de kinderen hebben blond haar, blauwe ogen en dragen ouderwetse kleren. De meisjes dragen een lange jurk en hebben een bijpassend hoofdkapje op. Ze staren ons aan en wij staren de familie aan. ‘Ik moet hier een foto van hebben’ zegt Zoë wetend dat dit een kans is ‘Do you mind if I take a photo?’ vraagt Zoë brutaal en beschaamd tegelijk bewust van haar egocentrisme. Ze weet bovendien al dat het antwoord ‘nee’ is want Mennonieten weigeren technologie in hun cultuur. Verbazend genoeg zegt de vader ‘I don't mind' tegen Zoë. Dat is een ja, denkt Zoë verbaasd als ze snel de camera naar boven tovert. Olivier stapt wat dichterbij met de fiets en stelt voorzichtig een paar vragen.

‘What language do you speak’ vraagt Olivier
‘We call it Pennsylvanian Dutch’ zegt de man
‘Dutch?!’ zegt Zoë verbaasd als ze ook dichterbij is gekomen.
‘That’s our language’ en ze probeert onmiddellijk in het Nederlands te praten, maar de man begrijpt er niet zo veel van.
Hoe zeg je ‘What’s your name?’ probeert Zoë met een eenvoudig zinnetje.
‘Wie hischts du?’
‘That’s German, wie heisst du’ zeggen we in koor.
Er verschijnt een glimlach op zijn gezicht.
‘Why don’t you come over to the farm, so we can talk some more’ zegt hij.

We volgen het paard met de kar, die verbazend snel de heuvel op loopt. Tweehonderd meter verder draaien we links het erf van de boerderij op waar twee rode stallen staan. In de linkse stal staan de paarden, twee pony’s en kleinere karren voor de pony’s. In de rechtse stal staan de koeien.

We leren dat een Mennonieten familie ongeveer 20 hectare land hebben en twintig melkkoeien. Intussen is Zoë verdwenen met de vier kinderen die de katten en de koeien laten zien. Ze zijn uiterst verlegen en spreken hun naam onverstaanbaar zacht uit. Toch zijn ze reuze nieuwsgierig en hun ogen staren ons eindeloos aan. Ze probeert hen te motiveren en vindt het antwoord bij de zeker vijftien katten die op het erf lopen. Een voor een komen ze naar Zoë toe om een nieuwe kat door haar te laten aaien totdat ze alle vijftien voorbij zijn gekomen. Olivier blijft bij de vader die de ene vraag na de andere stelt.

Hoewel de Mennonieten technologie afzweren, wil de vader weten hoe een gps werkt, wat onze telefoon allemaal kan en of we onze verhalen op internet publiceren. Buiten de koeienstal ronkt een dieselmotor om de ventilatie in de stal te draaien. ‘Dat is toch ook technologie?’ vraagt Olivier ‘We kunnen niet helemaal achterblijven’ geeft de man toe en hij legt uit dat er altijd discussies zijn tussen de verschillende groepen over de toegelaten technologie. Er zijn zeer strikte families die alles afzweren, maar ook families die auto rijden en moderne boerderijen hebben.


Als ze zelf niet achter het stuur zitten, mag het wel. Het klinkt een beetje hypocriet hoe ze bepaalde regels omzeilen.

Twee dagen later stoppen we bij een andere boerderij voor een lunchplek in de schaduw. De man heeft een lange baard en eenvoudige kleren. Zijn Engels accent is een beetje vreemd want het is niet zijn eerste taal. Dat is ook Pennsylvanian Dutch, maar deze man is een Amish en geen Mennoniet. Beide geloofsgroepen stammen af uit de gereformeerde kerk en werden vervolgd overal waar ze gingen. De Mennonieten ontstonden in Nederland, de Amish in Zwitserland. De Amish zijn vaak iets strikter dan de Mennonieten, maar wij zien weinig verschil tussen de twee families. De klederdracht verschilt een beetje en de Amish gaan niet naar de kerk, maar hebben vieringen in een huis. De moeder en de oudste dochter komen naar buiten met een bordje eten en lopen beide op blote voeten. Het eten komt allemaal van eigen land, aardappelen, rode bieten en komkommer pickels. Als ze hoort dat we uit Nederland komen, stuurt ze haar dochter naar binnen. Ze komt terug naar buiten gelopen, haar rok omhooghoudend zodat ze er niet over struikelt. Het boek heet 'The Hiding Place' van Corrie ten Boom en vertelt hoe haar familie joden hielp onderduiken in de tweede wereldoorlog. De moeder heeft het boek gelezen en is reuze nieuwsgierig naar Nederland. In school leren ze nauwelijks iets over geografie en ze hebben geen idee dat hun oorsprong teruggaat naar Nederland. Het boek is alles wat ze over Nederland weet. Ze wil weten hoe Nederland eruit ziet, wat we eten, of er boeren zijn en hoeveel liter melk de koeien geven.

Wij hebben honderden vragen over hun levensstijl en mogen alles vragen. Kinderen gaan naar speciale Amish scholen tot ze 14 jaar oud zijn. Daarna werken ze op het land en in het huis, veelal met het opvoeden van de jongere broertjes en zussen. Ze gebruiken geen electriciteit, koelen hun eten in een ijskamer, de jongens krijgen een zwarte koets, een buggy, als ze 18 worden en ze sturen brieven met de post naar familie in andere staten. Toch kunnen ze niet zonder de maatschappij. Als ze naar de supermarkt willen, gebruiken ze de telefoon van de Amerikaanse buurman in zijn garage en bellen een taxi. Als het land geoogst moet worden, huren ze iemand in met een machine. Als ze zelf niet achter het stuur zitten, mag het wel. Het klinkt een beetje hypocriet hoe ze bepaalde regels omzeilen. We mogen binnenkijken in het huis, wat lijkt op de inrichting in de jaren '50 in Nederland. Er hangen petroliumlampen aan het plafond, een staat een fornuis dat werkt op houtvuur en alle groenten zitten in glazen potten. Het huishouden is enkel het benodigde en het zwermt van de vliegen omdat het binnen net zo warm is als buiten, en waar ze niks anders tegen mogen doen dan wat plakstrips.

We stappen terug op de fiets met een pot zelfgemaakte maple sirup en komkommer pickels. Het is bijzonder dat dergelijke traditionele culturen nog bestaan middenin een moderne Westerse wereld. Het is de reden waarom we reizen met de fiets. We kunnen stoppen als we iets bijzonder zien, vragen stellen en leren over deze culturen. Een half uur later kleurt de hemel donker en een grote onweerswolk komt onze kant op. We zien een lange oprit naar een huis op een heuvel. Een man en vrouwen rijden in een ATV (all terrain vehicle) om de post op te halen. Zijn vrouw stapt af en rent naar ons toe. Ze vraagt of we binnen willen schuilen voor de regen die komt, het ziet er dreigend uit. Ze hopen dat we blijven slapen en laten met trots hun helikopters in de loods zien. Wij zijn nog steeds in de ban van de bijzondere Amish ontmoeting en vertellen het verhaal. Ze weten dat er Amish wonen en zien ze regelmatig rijden, maar in de vijftig jaar dat ze er wonen, hebben ze nooit een huis vanbinnen gezien of een lang gesprek gehad. Je moet niet ver reizen om bijzondere ontmoetingen te hebben, maar wel je ogen openen.

3 Comments

  1. Mia schreef:

    Ook weer zo een ontmoeting om nooit te vergeten. Inderdaad straf dat ze nog kunnen bestaan, en overleven.Als je er in geboren word dan weet je nie anders he ?

  2. Jan Hooijberg schreef:

    Wauw, wat een verhaal! Razend interessant zeg. Lijkt me leuk om wat meer te weten komen over de Mennonieten en of de Amisch. Hebben jullie Leestips?

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *