Na de 'Nederlandse' vlakte van meer dan tweehonderd kilometer op achthonderd meter en koude westenwind, kijken wij met knipperende oogjes uit naar het gebergte. Bosrijke omgevingen en de heuvels die met je lachen zoals we ze kennen uit het Centraal Massief in Frankrijk. Al weten we inmiddels dat wij het beste fietsen op de afwisseling, zijn we gevreugd zodra we het ruwe landschap zien opkomen. Het deugt ons zo dat we, ondanks de kou, voor een nachtje in de tent kiezen. Op zoek naar een geschikte plek, krijgen we bezoek van een paar rondsnuffelende honden. 'Pas op! De hond!' schreeuwt Simon naar Zoë van een afstandje. Zoë kijkt Simon nog eens schapig aan, voor dat ze zich realiseert wat er gebeurt. Simon ligt inmiddels al op de grond van het lachen als Zoë ontdekt dat de hond zojuist zijn pootje omhoog heeft gedaan, naast haar voet tegen het voorwiel. Datzelfde voorwiel zorgt voor nog meer sensatie een paar meter verderop als Zoë opstapt om te vertrekken en het wiel tot aan de as in een spleet verdwijnt. Gelukkig blijft het bij de schrik.
We vinden een plekje op het geoogste graanland van een boer. De scherpe sprieten zijn precies langs het zandweggetje door een wervelwind platgewaaid, zodat wij er mooi onze tentjes kunnen plaatsen. Het wordt al donker, dus functioneel maken Simon en Zoë de tenten slaapklaar terwijl Olivier het avondmaal bereidt. Als net alles staat, draait er een witte jeep het zandpaadje op. Mannen met oranje jassen besturen de wagen die zijn pas vertraagt en waarvan het raampje wordt opengedraaid. Gespannen bevriezen onze bezigheden. Statig zeggen ze tegen Olivier 'doen jullie voorzichtig met het vuur' en rijden dan weer verder. Oef!
In de tent, slapen we makkelijk twaalf uur en stappen uitgerust op onze fiets. We weten dat we vanaf nu tot in Compostela zware en mooie fietsdagen krijgen. Vandaag beginnen we met een lange klim die ons tot het hoogste punt tot nu toe brengt; 1520 meter, waar we ons schrap zetten voor de wind. Voor Simon de eerste echte beproeving, die beloond wordt met eveneens de langste afdaling tot dusver. Beneden in het dorp zetten we ons uit de koude wind voor de lunch. Een Taiwanees vergezelt de picknick enthousiast met een fles wijn en stuk kaas uit het winkeltje achter ons en nodigt elke langswandelende pelgrim uit om mee te komen drinken. Eenieder kent elkaar, waardoor wij realiseren dat ons langzame voertuig, nog erg snel is.
Aan de top van een volgende beklimming staat een uitnodigende herberg. We plannen morgen een werkdag dus een hostel waar we niet om acht uur buiten worden gezet is gewenst. We stappen de herberg El Serval y la Luna binnen en worden hartelijk verwelkomd door een stel vrijwilligers en een warm haardvuurtje. Het houte huisje trekt aan ons, maar er blijkt geen wifi, dus we stappen weer op de fiets naar het volgende dorp vijf kilometer verderop. Tot we ons realiseren dat we 'Stomkoppen zijn', waarom zou wifi ons weerhouden van de gezelligste plekjes, ook zonder wifi kan er gewerkt worden. Gelukkig laten we het streefgedrag halverwege liggen en draaien terug. Alsof we het wisten, horen we bij terugkomst dat het morgen jaarlijks dorpsfeest is. Naar het schijnt gaat de kerk open, iets dat slechts eenmaal per jaar gebeurt. Wij gaan die dag eerst te voet naar het voorafgelegen dorp voor de boodschappen, maar als we in volle nieuwsgerigheid om half twee weer terug zijn in het dorp, is de kerk al weer gesloten. Welke priester bedenkt het nu zijn kerk een uur per jaar open te doen? Echter, veel leuker, staat er in een van de drie straten een hoopje mensen om een gedekte tafel te keuvelen. We schuiven aan en oefenen met ons Spaans, dat goed genoeg is om te begrijpen dat we vanavond om zeven uur gratis mogen meegenieten. We verwachten niet veel meer dan een defile met vijf paarden, maar bewaren de boodschappen toch voor een andere keer.
Om zeven uur razen we naar buiten bij het geluid van vuurwerk. In dezelfde straat staat een open vrachtwagen dwars over de weg met de uitstalling van een drumstel, geluidboxen en microfoon. Aan het eind van de straat is een groot brandend kampvuur, waar een oude eikenboom de warmte verzorgt. In het midden staan de tafels waar straks het eten op zal verschijnen. We zijn beland in een magosto, een traditionele gebeurtenis waarbij men verzamelde kastanjes onder veel gezelligheid gezamelijk versnaperd. In het dorp wonen effectief maar twaalf mensen, toch druppelt het straatje langzaam bomvol. Naast het vuur staan twee grote tumbelaars waar bergen kastanjes worden geroosterd terwijl het publiek de tonnen een draai geeft. Broodjes met sappige salchichons verdwijnen in de hongerige magen, waarna papieren frietzakjes gevuld met geroosterde kastanjes worden uitgedeeld. We dansen, kletsen en pellen die avond gulzig mee.
Als we de volgende ochtend met frisse benen voor de keuze staan om linksom een zware, korte route te pakken, of rechtsom de lange minder zware route, kiezen we natuurlijk voor het eerste. Het Google hoogteprofiel laat een verticale muur zien, maar de fietservaring leert dat praktijk en theorie niet met elkaar te meten zijn. Met een mix van twijfel en wantrouwen beginnen we aan de klim. Na de eerste woorden ‘oh dit is wel te doen’, draaien we de bocht om en veranderen de woorden in ‘Oei! Voor ons loopt een nooit eindigende vertikale muur naar boven met stukken tot 24%. Geen van ons zal zich te kennen willen geven, we zullen allemaal zorgen dat we al fietsend aan de top komen. Het is afzien, een mentaal spel waarbij ieder zich op zijn eigen manier naar boven sleurt. Simon trekt zich op aan de prachtige route, de mooie omgeving en aan het plezier van het klimmen. Zwoegend en zwetend, maar met het genot van zijn activiteit. Zoë draait op pure focus en geniet pas boven van de uitputting en overwinning. Met de ogen star op de weg en een gecontroleerde ademhaling herhaalt ze de woorden "blijven fietsen, doorgaan, blijven fietsen, stoppen is zwaarder dan doorgaan, blijven gaan”. Waar Olivier, als wegkapitein, structureel punten op de gps maakt, die hij na elke bocht weer zorgvuldig kan afstrepen. ‘Zo dat is gedaan’, hij kijkt dan achter zich, om zich te belonen met de mooie route die hij al heeft afgelegd.
Een ware zondvloed slaat op ons neer tijdens de lange afdaling. Als een kind dat met zijn laarzen door de regen stampt, zitten wij op de fiets. We zingen onze stembanden eraf om boven het kabaal van de regen uit te komen en niet te denken aan de koude. Simon spurt met zijn brede banden en schijfremmen vooruit, Olivier en Zoë houden de handen strak aan de remmen nu het wegdek is veranderd in een waterglijbaan. Door de regen verliest Zoe haar remkabel steeds meer grip zodat ze al schuivend met de voeten over de grond probeert te stoppen. De regenschoentjes zijn helemaal gescheurd als Zoe tot stilstand komt. In de gietende regen repareren we de rem en dalen volledig verzopen af tot aan het klooster van Samos.
"No hay calefaccion", zegt de pompbediende die tegelijkertijd vrijwilliger is om pelgrims te ontvangen in het klooster. We maken snel de afweging tussen 's ochtends natte kleren en verkleumd verder fietsen door de regen. De koude wint de mentale strijd en zo hebben we heel de avond om te bedenken hoe we de kleren kunnen drogen. Er is slechts één andere pelgrim aanwezig, toevallig ook een fietser. Zijn kleren hangen al uit te druppen aan de rand van het bed terwijl hij zich opwarmt in zijn slaapzak. Op de vloer maken we een gezellige picknickplaats met dekens en vullen onze energiereserves aan terwijl we wolkjes warme lucht blazen in het koude klooster. De volgende ochtend zijn onze kleren uiteraard nog nat en koud, maar gelukkig schijnt de zon buiten. De prachtige groene bergen in Galicië zijn een plezier om in te fietsen. Pittige klimmen worden afgewisseld met slingerende afdalingen. Uitgedroogde rivierbeddingen vormen een mysterieus decor en de pittoreske huizen met natuurstenen muren geven het landschap een ouderwetse identiteit. Langs de wegen verschijnen stenen palen met Sint Jacobstekens waarbij de resterende kilometers tot Compostela aangegeven staan. Als de stenen na de middag minder dan honderd kilometer aangeven, borrelt er een speciaal gevoel naar boven. Een doel dat ruim een maand geleden heel ver weg leek, is plots een dag van ons verwijderd. In een grote wei zetten we onze tent op en genieten van de reuzemaan die als een grote nachtlamp dient.
Om acht uur 's ochtends liggen we trappelend in de slaapzak te wachten om op de fiets te springen. De eerste zonnestralen kleuren de bovenste takken van de bomen goudbruin. Niet veel later veren de eerste grassprietjes op door de warmte van de zon en laden wij de spullen op de fiets. De gps heeft er vandaag duidelijk zin in. Hij stuurt ons via de kleinst mogelijke wegen, langs uitgestorven dorpjes en onverharde bospaden. Hij wil er zeker van zijn dat we een laatste keer afzien als pelgrim. We zweten en zwoegen, klimmen heuvel na heuvel en zien dan eindelijk een paar grote torens van een kathedraal. De laatste kuitenbijters in de oude binnenstad verteren we met een grote glimlach. Daar staan we dan, Simon ruim 800 kilometer en wij 2795 kilometer op de teller. Het eerste grote doel gehaald! Bam! []
4 Comments
Ik voel de vreugde, overweging en strijd in de omgeving, verwachting en persoonlijkheid. Super prestatie slechts als introductie wat nog komen gaat. Proficiat!
Lieve kids (en daar hoort Simon natuurlijk ook bij).
Fantastisch wat jullie gepresteerd hebben, de beschrijving van die klim, ieder op zijn manier: geweldig! Ik prevelde de mantra van Zoë mee: blijven fietsen, doorgaan, blijven fietsen, doorgaan…
Ik bewonder jullie en voel met de keer beter wat jullie drijft.
En weerom een unieke ervaring met het ‘kastanjefeest’. Jullie hebben er een neus voor!
Dit verhaal laat ik nog wat sudderen, en natuurlijk kijk ik ook uit naar het volgende!!!!
knuffels
Lieve
Proficiat! Wat een zalige glimlachen op jullie gezichten. Dik verdiend!
[…] kracht werd duidelijk op de manier hoe zij zich naar boven stampte tijdens de befaamde klim (zie Kastanjes en kuitenbijters) en dat terwijl ik met mijn miniverzet overal sterretjes begon te zien. Olivier echter ontpopte […]