We willen naar Santa Cruz in Bolivia en dit is de snelste weg. Er komen nauwelijks toeristen dus de kans op authentieke cultuur is groot. Halverwege de route wonen grote Mennonieten gemeenschappen met traditionele Duitse cultuur. We zagen een fotoreportage op National Geographic over Mennonieten die leven met kar en wagen en alle technologie afzweren. Dat trekt onze aandacht. El Chaco staat ook bekend voor zijn enorme biodiversiteit met jaguars, puma's, miereneters, slangen en ontelbare vogels. Genoeg redenen om de uitdaging aan te gaan. Met tien kilogram eten en een grote bidon extra water zijn we klaar voor de groene hel, zoals el Chaco zijn bijnaam kent.
Ten noorden van de hoofdstad begint de Transchaco officieel. Daarna steekt de weg de Rio Paraguay over en zijn we echt in de Chaco, de regio die het volledige westen van Paraguay beslaat, maar liefst zestig procent van het hele land. De ene na de andere vrachtwagen raast ons voorbij, ons soms zelfs van de weg af toeterend. 'Het zwaarste deel lijkt de eerste 40 kilometer wel met al dat verkeer' zegt Olivier.
Het is allesbehalve verlaten op de weg met oneindig veel vrachtwagens met vee. We kunnen de schatting niet goed maken maar het zouden wel eens honderd veewagens per dag kunnen zijn. Dat zijn 30 koeien per vrachtwagen, 200 kilogram vlees per koe, in het totaal 600.000 kilogram koeienvlees. 'Wat komen we tegen onderweg?' vragen we bij een gomeria, een bandenzaakje terwijl we schaduw zoeken onder zijn dak. 'Over zestig kilometer ligt een klein wegrestaurant, verder niets.' zeggen de mannen die rustig teréré slurpen, een koude variant van mate in Argentinië. Uitgeholde koeien horens dienen als 'beker' en worden gevuld met gemalen theebladeren, hierba, waar ze ijskoud water over gieten en drinken met een metalen rietje. Overal zie je Paraguayanen met de terérébeker en een grote thermos met ijswater. Met deze hitte is er weinig beter te doen dan rusten in de schaduw en kijken naar twee gekken die voorbij fietsen. 'We hebben al 50 kilometer. Dat zullen er 110 worden en het is al 10 uur 's ochtends' zegt Zoë denkend. We smeren een extra laag zonnecrème en vervolgen onze weg. We komen niets anders dan een vijftal afgelegen boerderijen tegen. De zon roostert ons huidje rood-bruin en afwachtend kijken we tot de teller 110 zal slaan. Met de lippen stevig op elkaar hopend dat we niet voorgelogen zijn.
Het wegrestaurant blijkt echt te bestaan en met een rood gezicht, armen en benen ploffen we op de plastic tuinstoelen. Het is pas 14.00 en de fietsdag zit er op. Vanaf 11 uur ’s ochtends is het te heet op de fiets. 'Morgen stappen we om zes uur op de fiets' zegt Zoë terwijl ze hongerig haar broodje naar binnen propt. In een klein hokje in de tuin mogen we douchen en ernaast kunnen we de tent opzetten. Voor zonsondergang koken we onze pasta onder toeziend oog van de trotse eigenaresse die benieuwd is hoe die fietsers dit overleven. 'Una locura', een gekkigheid blijft ze naar herhalen. 'Het valt best mee met de muggen' glimlacht Olivier tevreden. 'In Brazilië moesten we nu al vluchten'. Dat had hij beter niet gezegd, een half uur later ontploft het muggenuur. We mogen ons binnen verstoppen tegen de muggen als de vrouw zegt 'de toekans kakken echt alles onder' en ze wijst naar twee toekan knuffels op een stoel in de hoek. We lachen om het grapje tot vijf minuten later een van de knuffels zijn kop draait. Het zijn twee echte toekans in de woonkamer, als huisdier.
's Ochtends rollen we de natte tent op. Het was een verschrikkelijke nacht. We hebben een goede tent, voor koud klimaat, maar niet voor in de tropen. Het was een sauna, maar buiten de tent konden we geen twee tellen staan met al de muggen. 'Een uitstekende test om in de tent te slapen' lacht Olivier groen. Op de fiets is voorlopig het beste moment van de dag. De wind van het fietsen zorgt voor een lichte verkoeling, terwijl het landschap voorbij glijdt. Van een droge woestijn is allesbehalve sprake. Het is verbazend groen met heel veel water. Palmbomen, hoog gras en grote waterplanten sieren beide kanten van de asfaltweg. Dit is de Chaco Humido, de Natte Chaco. Halverwege verandert dit in de Chaco Seco, de Droge Chaco. De wilde dieren zijn bijna onmogelijk om te zien, maar vogels zijn er in overvloed. We zien vele nieuwe soorten, zoals een type ooievaar zo groot als de rug van een paard. Om 9 negen uur 's ochtends zijn we over de helft van de dagafstand. Daarna wordt het heet, begint de rechte weg de kont te pijnigen en kruipen de kilometers voorbij. Een grote antenna is iedere keer het teken van leven in de verte, soms meer dan tien kilometer langs dezelfde rechte weg zonder één plekje schaduw. De groene hel blijkt vooral een mentale uitdaging.
We stoppen bij een mini dorpje met huisjes uit hout en vele donkere gezichtjes, een inheemse nederzetting. Er is een klein schooltje en we vragen voor een slaapplaats. Hector biedt ons onmiddelijk een bord eten aan, gevolgd door een emmer bruin water uit het moerras om ons mee te wassen. Er is geen stromend water en het drinkwater komt uit een waterput. De schoolkinderen stromen toe en blijven zonder schaamte rond ons staan als we ons wassen met de emmer water. Wachten tot ze gaan heeft geen zin dus we kleden ons uit onder hun toeziend oog. Zoë trekt haar rok aan om de blote billen onder de fietsbroek af te schermen en tussen de benen te wassen. De kinderen spreken alleen Guarani en verstaan maar een beetje Spaans. Ze giechelen voorzichtig met ons gekke accent en kijken geboeid toe hoe we wild de muggen van ons afslaan. Er is alleen een lagere school in het dorp. De vijfde en zesde klas zit samen met de kleuters. Ze hebben amper drie uur les per dag, en slechts twintig procent heeft geld om de middelbare school te betalen.
Na de openbare wasbeurt vertellen we in de klas over onze reis. Toevallig hadden we in de hoofdstad een kaart gekocht en kunnen we de kinderen nu wat vertellen over de wereld. Ons verhaal is sterk versimpeld maar we krijgen verbazend slimme vragen. 'Welk geld hebben jullie' vertaalt de docent voor ons. Met grote ogen kijken ze naar onze fietsen en het Europees geld. Toch knikken ze allemaal nee op de vraag of ze ooit zelf willen fietsen rond de wereld. Reizen zit niet in het Paragayaanse bloed, ondervinden we. Dat is misschien ook de reden waarom iedereen de Chaco een hel noemt. Ze zijn er nooit geweest. Ze hoorden enkel dat het een hel was in de oorlog en blazen het verhaal nog wat op. Die nacht keert de hel toch even terug. We mogen in het klaslokaal slapen maar als het al donker is spurten we naar buiten achtervolgd door de muggen. Zo snel we kunnen zetten we de tent op. Als we liggen zijn we rood van de beten en doorlopen van het zweet. Gek van de jeuk en de hitte weten we niet wat we met onszelf aanmoeten. De 100ste nacht in onze tent moest een feestje worden. Nog steeds wakker staan we om half zes 's ochtends weer naast de tent. 'Dit was de laatste keer in de tent' besluit Olivier en we stappen op de fiets voor meer avontuur in de groene hel. Onze wereldkaart laten we hangen aan de muur in de klas, misschien stappen die kleine kinderen ooit toch op de fiets.
6 Comments
Krijg compassie met jullie…..wat een toestanden, hitte en ongedierte, ba ! Kan er over meepraten, over de hitte he ! Enkele jaren geleden zijn we met een CAMPER door ” death valley ” in de USA gereden. Voor we het park binnen reden moesten we ons melden en bij het verlaten moesten we het zelfde doen. Zo niet, dan begonnen ze een zoek actie omdat we anders de doortocht niet zouden overleven, wat een onzin dachten we. Voor het middag was kon de airco van de camper de temperatuur al niet meer verminderen. Uitstappen om wat frisse lucht ….vergeet het maar. Bij het openen van de deur kreeg je het gevoel of je voor de deur van een oven stond, de lucht was niet warm maar verstikkend heet. Kreeg ik me daar een paniek aanval …..heb er een trauma van over gehouden denk ik.
Hee Mia! Dat moet ongeveer dezelfde temperatuur geweest zijn als waar wij in fietsten! Het was op bepaalde momenten echt veel te warm om te fietsen, maar zonder schaduw heb je weinig keuze en moet je doorgaan totdat je iets vindt. Op de fiets krijg je gelukkig een klein beetje wind, maar eenmaal stilstaan is bijna zelfmoord! Een trauma hebben wij gelukkig niet 🙂
Oef mia dat is wat! Ja hitte kan behoorlijk gevaarlijk zijn. Zeker onze lichamen die daar nog niet aan gewend zijn moeten voorzichtig zijn met deze hoge temperaturen!
[…] De groene hel en De lijdensweg van de puma […]
Respect! Jullie kiezen niet voor de makkelijkste weg maar voor de de weg met de meest intense indrukken. Heb veel bewondering voor jullie en geniet van jullie verhalen.
Dankjewel voor de mooie complimenten! De mooiste ervaringen en belevenissen zijn inderdaad vaak te vinden op de onbekende wegen.