‘We bieden 2.000.000 kronen’ zeggen we. ‘Nee, ik verkoop het nooit,’ antwoordt ze onmiddellijk. ‘2.200.000*,’ verhogen we ons bod. Het blijft even stil aan de andere kant van de lijn. Ze moet erover nadenken. De hoge rente maakt het financieel moeilijk voor haar en geeft haar stress. In Noorwegen is het vastzetten van de rent niet zo gewoon en is bijna alle rente flexibel. Over twee weken komt het geïnteresseerde stel kijken. Wij kunnen alleen maar hopen dat ze niet geïnteresseerd zijn, want alleen zo heeft ons bod een kans. Het is een waterkansje, maar het voelt alsof we nu alles hebben geprobeerd. Een echt bod doen was het laatste dat we konden doen. Als het niets wordt, kunnen we onszelf niets meer verwijten. Toch voelen we dat we deze plek nu echt moeten vergeten. Het doet pijn, maar de situatie kan altijd veranderen in de toekomst.
*Als dit ons droomhuis is, klinkt een bod van 220.000 euro misschien weinig, maar dat valt wel mee. Een jaar geleden kocht zij het huis voor 175.000 euro. En er is nog heel wat werk om het huis te verbeteren.
Vanaf september moeten we hoogstwaarschijnlijk dus op zoek naar een nieuwe plek. We willen zo graag een eigen plek hebben en nu wordt de druk plots heel erg verhoogd. We hebben nog 3 weken. Op de Noorse huizenwebsite kijken we ook naar huurhuizen en stuiten op een bijzondere advertentie. Een man in Lillehammer verhuurt de benedenverdieping van zijn huis voor 300 euro per maand. In ruil voor de lage prijs wil hij dat de huurders een paar keer per week voor hem koken. Hij heeft heel wat jaren geleden een herseninfarct gekregen en in mei overleed zijn vrouw. Die deed alles voor hem en nu staat hij er alleen voor. Hij zoekt gezelschap en hulp in huis. Om een maand of twee te overbruggen, is het misschien wel een oplossing dus we besluiten de man te bezoeken.
In de deuropening staat een oude man. Zijn rechterhand steekt tussen de knoopjes van zijn overhemd bij zijn buik. Na zijn herseninfarct is die arm verlamd. Hij steunt op een wandelstok en staat een beetje voorovergebogen, net zoals oudere mensen altijd een beetje inzakken. We mogen binnenkomen en gaan onmiddellijk naar de kelderverdieping. Het is ruim, maar donker en ongezellig. Zoë vindt het helemaal niks, zelfs niet voor een korte periode. We hebben nog niet alles gezien als Tor plots zegt: ‘Jullie zoeken eigenlijk toch een hut in de buurt van Lillehammer.’
‘Ja,’ zeggen we een beetje verbaasd.
‘Ik heb een hut die ik graag wil verkopen. Het is amper 6 kilometer van hier.’
Onze voelsprieten staan helemaal aan. Wat zegt hij nu? Zes kilometer van hier, dat is op fietsafstand van Lillehammer. Zou het?
‘Ik laat zo wel een foto zien,’ zegt Tor Hendrik die vast ons enthousiasme moet voelen.
Op de keukentafel ligt al een fotoboek klaar. Tor bladert door het boek, voorbij vele familiefoto’s waar zijn vrouw nog opstaat en waar hij nog in goede gezondheid is. Het verlies van zijn vrouw doet hem nog steeds heel veel pijn.
‘Dit is de hut,’ zegt hij en hij wijst naar de foto van een gezellige houten hut omgeven door veel bomen. ‘Er hoort ook nog wat terrein bij, maar dat staat vol met bomen.’
Ideaal zeggen we beiden in ons hoofd. Het lijkt bijna te mooi om waar te zijn. Een hut op amper 8 kilometer van Lillehammer, met elektriciteit en water, in het bos, en binnen ons budget. Vanbinnen branden we van nieuwsgierigheid en het liefst gaan we nu onmiddellijk kijken.
‘Als jullie met de auto waren, konden we gaan kijken,’ zegt Tor.
We zitten nog een tijdje op de bank met Tor die best een gezellige opa is. Soms wat moeilijk te verstaan, maar hij vertelt graag en is nog heel goed bij geest. We spreken af dat we zondag terugkomen en samen naar de hut gaan kijken.
Was het al maar zondag!
1 Comment
Een bijzonder verhaal!
Geweldig