parallax background

Verlangen naar comfort

morning hike in the smokey mountains
The Smokey Mountains
augustus 14, 2019
gold morning in Virginia
De grootste inspiratie
augustus 30, 2019
 

Vrijdag 28 juni - Walnut Mountain Shelter


Enkele weken voor de start van onze wandeling kreeg Zoë opnieuw veel last van haar operatie. De kleine heuvels met steeds weer de afwisseling tussen inspanning en ontspanning belastten het nog gevoelige litteken. De grens van het risico kwam een paar keer dichtbij en we twijfelden wat het slimste zou zijn. Dat was wellicht stoppen met fietsen en liftend verder naar Atlanta. Dat gaat alleen in tegen onze koppige en competitieve geest. We willen dingen afmaken, en Zoë heeft die drive het meeste van ons twee. We fietsten dus door, ondanks de pijn. In haar hoofd maakte ze zich nog meer zorgen over de komende wandeling. Wat als de pijn nog erger wordt, en hoe zal het lichaam reageren op een zware rugzak met een strakke heupgordel die op het litteken drukt. Mentaal bereidt Zoë zich voor op een heel moeilijke keuze; als tijdens het wandelen de pijn doorzet, moet ze stoppen en kan ze de AT niet afronden. Ze houdt serieus rekening met het scenario. 'Wat zou jij doen als ik niet verder kan?' vraagt Zoë tijdens een pauze om een energiereep te eten. 'Ik heb er ook over gedacht' zegt Olivier die zich ook wat zorgen maakt. 'Omdat Simon komt, zou ik doorgaan, samen met Simon' zegt zijn eerlijke gevoel. We spreken af dat Zoë haar rugzak maximaal 10 kilogram weegt, zonder het eten. Olivier neemt in het begin wat meer gewicht. Dit gaat al frontaal tegen Zoë haar principe in, die gewoon het gewicht zou willen delen. We sturen de dokter voor de zekerheid een bericht en krijgen antwoord de avond voordat we beginnen aan onze tocht. Hij stelt ons gerust en zegt dat we zonder problemen kunnen wandelen. Het is normaal dat het littekenweefsel nog gevoelig is, antwoordde hij. Het stelde Zoë gerust.

'Ik voel nauwelijks iets' zei Zoë opgelucht na de eerste dag wandelen. Een paar dagen later denkt ze er zelfs niet meer aan. Slechts heel af en toe, als ze bijna uitglijdt over een steen en een gekke kapriool maakt, voelt ze het litteken. Het liefst van al voelt ze helemaal niets meer van die operaties, het duurt allemaal veel te lang voordat alles terug normaal is, als dat ooit terug zo wordt. Toch is het een opluchting dat het wandelen nagenoeg pijnvrij is. Dagelijks wandelen we vijf tot zes uur, vergelijkbaar met de tijd op de fiets. Dat komt overeen met afstanden tussen 25 en 30 kilometer per dag. Toch is het fysiek zwaarder dan fietsen en geeft Olivier zijn horloge zo'n 250 intensieve minuten per dag aan. We zetten gemiddeld 40.000 stappen per dag en verbranden meer dan 4.000 calorieën. Er is geen meter vlak in de Appalachen en in tegenstelling tot de fiets moeten we de meters naar beneden ook zelf doen. De kilo's vliegen eraf op de trail, kilo's die we niet op overschot hebben. Al zijn we zelf de oorzaak van dat grote verbruik.

Fysiek leggen we er namelijk duchtig de pees op. Degene die vooraan loopt probeert steeds wat harder te lopen totdat de anderen luidop puffen of een gaatje moet laten. We zeggen het niet tegen elkaar, maar stiekem genieten we er alledrie van om ons sterker te voelen. Degene die tweede en derde wandelen zien psychologisch meer af, maar in het hoofd speelt er slechts één ding, 'blijven volgen, ook hij heeft het zwaar'. We willen niet onderdoen voor elkaar, al spreken we dat niet uit. Op Jacob's Ladder, een steile klim met veel trappen legt Zoë zo'n hoog tempo op dat Simon even moet lossen, al is het slechts zijn derde wandeldag. Een week later spreekt hij er nog over, maar dan loopt hij voorop en probeert ons eraf te wandelen. Af en toe zijn we allemaal toe aan een adempauze en kletsen we over een onderwerp. Toekomstplannen, reisverhalen, lesjes chemie van Simon en fantaseren over eten.

In het bos refereren we alles aan eten. 'He, het ruikt hier naar knoflook' of 'die blaadjes lijken net snoepjes'. Alle geuren en vormen doen ons denken aan eten. Het is niet de fysieke inspanning die de wandeling zwaar maakt. We genieten van het afzien, zweten en bergop wandelen. Het zijn alle elementen naast het wandelen die zorgen dat we afzien. De onstilbare trek in eten, dagelijkse onweersbuien, 's ochtends in natte schoenen stappen, ontelbare kleine vliegjes die rond je hoofd zoemen en in je ogen vliegen, de vochtige hitte, schuurplekken op de heupen en tussen de billen, irritante dazen, nachten en nachten slapen op een matje, stinkende kleren, pijnlijke voeten en schouders, eindeloos jeukende voeten van alle muggenbeten en een backpack die uren stinkt in de wind. Na een paar dagen missen we het comfort van een bed, lekker eten, een warme douche en schone kleren. Vaak is het zelfs het kleine comfort van het wassen in een klein stroompje, droge kleren na het wandelen, het dak van een shelter of de zonnestralen na urenlange regenbuien die het comfort geven en het afzien van de dag doet vergeten. Zo erg was dat niet, denken we dan. Op een dag staat er in een van de shelters een zinnetje in het hout gekrast 'suffer now, be a hero the rest of your life'.

Vele momenten dat we afzien de volgende dagen, denken we terug aan dat zinnetje. Trots overheerst als we terugdenken aan al het afzien de afgelopen jaren. Mentaal zijn we best sterk geworden, denken we. Minder dan 20% van alle wandelaars die in maart starten aan de 3.500 kilometer lange tocht, haalt het einde. Fysiek kan iedereen het aan, maar het mentale doorzettingsvermogen bepaalt het succes. Het is makkelijk om op te geven en te kiezen voor de uitweg naar comfort. Na dagen van regen en natte kleren stelt je hoofd allerlei vragen. Waarom doe ik dit? Waarom zit ik niet in een warm huis, zoals normale mensen? De roep naar comfort wordt steeds groter en velen verliezen de mentale strijd. 25% stopt al na de eerste week, gedesillusioneerd door hun eigen verwachtingen van een stoer avontuur. Op voorhand lijkt het allemaal haalbaar, totdat de eerste zware momenten komen tijdens de tocht. Een thru-hiker die de tocht acht jaar geleden voltooide, vertelt ons, 'de dag dat je 's ochtends in je natte kleren stapt, je bevroren sokken tegen een boomstam losklopt en je bevroren schoenen aandoet met een glimlach, die dag weet je dat je het einde zal halen'. We zijn intussen vijftien dagen aan het wandelen en genieten nog steeds met een glimlach van de trail. Natuurlijk zien we af en verlangen af en toe naar comfort, maar in ons hoofd speelt dat ene zinnetje. Suffer now, be a hero the rest of your life.


Suffer now, be a hero the rest of you life

De drie weken met Simon vliegen om en voor we het weten, zwaaien we Simon uit op een zonnige maandagochtend. Hij wandelde meer dan 300 kilometer mee en bracht ons over de helft. De voorlaatste dag vroegen we hem wat hij het meeste mistte van thuis. 'Mijn labo' zei hij trots. Hij gaat met bijzonder veel energie naar huis en stiekem zijn we een beetje jaloers op al de plannen die hij heeft. Na bijna drie jaar onderweg voelen we dat de reis niet meer oneindig is. In Mexico zei Zoë op een dag 'ik denk dat ik bijna voldaan ben, klaar om na te denken over het einde'. Het verbaasde Olivier niet, al was het gevoel minder sterk bij hem. Een paar maanden later zijn onze plannen veel duidelijker. Na het kanovaren willen we de winter doorbrengen in Canada, west of oost. Daarna gaan we naar het noorden van Europa om via Scandinavie huiswaarst te fietsen. We hebben altijd tegen elkaar gezegd dat we terug thuis willen aankomen, het cirkeltje rond maken. Het is nog ver weg, maar als we er tijdens de wandeling aan denken, is het niet zo ver. 'Is het niet gek, dat we volgend jaar misschien thuis zijn?' zegt Zoë. 'Ja, raar, een jaar is zo voorbij'. Maar eerst rest ons bijna 500 kilometer wandelen. We kijken een paar keer achterom, want instinctief missen we een derde persoon, maar we zijn terug met zijn twee. 'We hebben nog 20 dagen om een beer te zien' zegt Olivier. Eentje moet toch lukken, hopen we.

1 Comment

  1. Mia schreef:

    Das weer mooi geschreven, ik verschoot wel toen ik las over de pijn van Zoe, gelukkig weet ik dat jullie nu in Canada zijn en dat alles ok is. Ongelooflijk hoe jullie het klaar spelen om jullie zo vlot te verplaatsen, daar is een hoop wilskracht en spieren voor nodig. Soms heb ik het gevoel dat jullie om de een of ander reden opgejaagd zijn. Altijd maar verder …..nog maar pas aangekomen of jullie zijn al met iets anders bezig. Jullie doen in pricipe niets anders dan jullie te verplaatsen…….

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *