Winton en Lisa brengen ons terug naar de trail. We zeggen 'see you next time' en verdwijnen opnieuw in de groene tunnel van de Appalachian Trail. We moeten drie dagen wandelen tot Franklin waar we visite krijgen van Simon, Olivier's broer die drie weken met ons mee komt wandelen. We merken dat ons lichaam moe is als we op de achtste dag 27 kilometer wandelen. Op de fiets nemen we iedere week een rustdag, nu wandelen we al acht dagen zonder pauze. We zijn dagelijks evenveel uren in beweging als op de fiets, maar belasten heel andere spieren. Voor het eerst sinds lang hebben we spierpijn in onze billen en kuiten. Op de negende dag dalen we af naar Winding Stair Gap waar we een lift zoeken naar Franklin. We komen rond één uur 's middags aan en beginnen net aan onze lunch. Twee minuten later stopt er een oude witte bestelbus op de parkeerplaats. Het raampje draait open en er steekt een arm met twee flesjes bier uit.
'I don't drink' zegt Zoë.
'Then you're lucky' lacht de man en hij geeft Olivier de twee flesjes.
'Do you have trail names?'.
'The dust en the Wind' zeggen we trots.
'Great song' en hij rijdt weer weg, even snel als hij kwam.
Deze kleine momenten heten trail magic. Het gebeurt onverwacht en het effect is altijd verbluffend. De vreugde om een zakje met energierepen of een blikje cola te vinden na een lange afdaling is onbeschrijfelijk.
In het thru-hike seizoen, dat start in maart gebeurt dat nog veel vaker. Mensen rijden naar een parkeerplaats en bereiden lunch voor voorbijkomende wandelaars of de lokale kerk biedt gratis ontbijt met pancakes aan. De thru-hikers wandelen drie maanden voor ons uit, maar toch vinden we af en toe een klein momentje van trail magic op ons pad. Dat maakt de AT extra bijzonder.
De witte bestelwagen is net weg en er stopt al een andere auto. Het raampje draait open en achter het stuur zit een oudere man met wit haar. 'Zoë?' vraagt hij. 'I am Donn'. Hoe is dit mogelijk. We verblijven in Franklin bij Donn en Sandi, twee warmshower hosts. We schreven een eerlijk bericht dat we fietsers zijn die 1.000 kilometer van de AT wandelen. We vroegen of ze ons een nachtje willen hosten, inclusief Simon die vandaag aan zou komen in Franklin. We waren meer dan welkom. Donn was net klaar met zijn werk in de moestuin, zijn broek en shirt zien bruinrood van de aarde. Hij had zin in een ritje en kwam checken of we toevallig al aangekomen waren. Wat een toeval. Terwijl Olivier met Donn praat, kletst Zoë met twee andere wandelaars die ook van de trail komen. Ze hebben zeven dagen gewandeld en zijn klaar. Ze wachten op hun lift van het hotel. Zoë vertelt over onze reis en spreekt een videoboodschap in voor de kinderen van het koppel. De lucht kleurt intussen donker en de eerste regendruppels vallen uit de lucht. We nemen afscheid van het koppel en stappen in de auto van Donn. Er is geen telefoonsignaal op dit punt dus we weten nog niets van Simon. Zou hij er al zijn?
Donn en Sandi wonen een paar kilometer buiten Franklin. Het laatste stuk is over een onverharde weg die ons bij hun eenvoudige huis brengt. De locatie is prachtig, omgeven door bossen met uitzicht op de groene heuvels. We verbinden de telefoon met internet, maar er is geen bericht van Simon. Hij zal er nog niet zijn, denken we. We schuiven aan voor een late lunch, boterhammen met zelfgemaakte zuurkool ananas en chocolade humus. Plots krijgen we een bericht via Facebook 'we are with your brother'. Het zijn de twee hikers die we een half uur geleden spraken op de parking. We laten weten dat we Simon om zes uur oppikken in het dorp. 'We will take him to a restaurant' sturen ze onmiddellijk erna. Die is in goede handen. Om zes uur parkeren we met Donn en Sandie voor het restaurant. Binnen vinden we Simon aan tafel met de twee hikers, net een hamburger achter de kiezen. Wat een fantastisch weerzien! Olivier en Simon groeten elkaar altijd met een Boliviaanse groet waarna een stevige omhelzing volgt. We hebben geen tijd om het hele verhaal van de dag te horen want we moeten snel terug maar de auto. We gaan samen met onze hosts naar een kookclub die iedere maand samenkomt. Het thema is 'favorite summer food and icecream'. Er zijn zo'n dertig mensen en er is vooral veel ijs, waarbij Olivier al likkebaardend naar uitkijkt. Eindelijk kan Simon zijn verhaal vertellen.
Gisterenavond kwam hij in Charlotte aan, driehonderd kilometer van Franklin. Een paar uur later had Simon een trein naar een stad dichterbij. Daar wachte Neil op hem, een vriend van onze trail-coach, die Simon helemaal naar Franklin bracht, een lift van honderd kilometer, zonder enige wederdienst. Simon wilde graag iets terugdoen. 'Can I pay the gasoline?' vroeg Simon. 'I have great mileage deals' knipoogse Neil. Ook een koffie aanbieden lukte niet en zodoende maakte Simon op de eerste dag al kennis met de Amerikaanse gastvrijheid en hulpvaardigheid. Om acht uur 's ochtends stond Simon al in Franklin. Hij haalde wat slaap in naast de rivier en wachtte vervolgens heel de dag op een berichtje van ons. Toen hij ronddwaalde in het centrum stopte er een auto. 'Do you know where we can eat something?' vroegen ze. 'No idea, but I am looking for my brother and his girlfriend' antwoordde Simon. Ze herkende onmiddellijk Olivier, want ze lijken nogal veel op elkaar, en het accent klonk Europees. 'Jump in the car. We have seen them on the trail'. Niet veel later volgde het bericht op facebook. Allemaal toeval, of trail magic? Ze zeggen dat je geen trail magic mag verwachten, maar dat de trail altijd brengt wat je echt nodig hebt.
Na een rustdag bij Donn en Sandie gaan we terug naar de trail. Simon staat te popelen om te beginnen en zelfs de grijze lucht en regenbuien veranderen daar niets aan. Heel de Appalachian Trail zit vol met gevaren. Giftige slangen zoals copperheads en ratelslangen, agressieve wespen en yellow jackets, teken met de ziekte van lime, virussen in het water, grote spinnen, poison ivy, beperkt drinkwater, muggen, bijtvliegen, dazen, extreme onweersbuien, verdwalen in het eindeloze bos, door moonshine beschonken hillbilly's en hongerige beren. Uitgezonderd de beren hebben we ons geen moment druk gemaakt over deze gevaren. Fietsen op de openbare wegen is waarschijnlijk veel gevaarlijker dan alle gevaren van de Appalachian Trail samen. Toen Olivier's moeder hoorde dat er beren zitten, mocht Simon bijna niet meer komen. Er zijn jaarlijks drie miljoen mensen die een deel van de trail wandelen, en in de afgelopen 20 jaar zijn er twee dodelijke aanvallen van een beer geweest. Dat is een kans van 1 op 30 miljoen. Sinds 1974 zijn er twaalf mensen vermoord op de trail, niet door een beer, maar door een andere persoon. Dat is een groter gevaar dan een beer, maar nog steeds veel kleiner dan in willekeurige Amerikaanse stad. Volgens ons zijn we veilig op de trail, zeker met ons drieën kan er weinig gebeuren. 'We hebben nog steeds geen beer gezien dus die primeur beleven we samen' zegt Olivier als we de eerste meters met Simon op de trail wandelen. Tot nu toe zagen we slechts een hert, een slang en heel wat kleine salamanders. Het dichtbegroeide groene bos maakt het moeilijk om wilde dieren te zien. De grootste kans hebben we in de Smokey Mountains waar er één beer per iedere zes vierkante kilometer leeft, maar eerst hebben we vijf dagen te wandelen.
Aan de telefoon zei Simon dat hij amper aan sport had gedaan de afgelopen maanden. De afronding van zijn doctoraat nam alle tijd in beslag dus hij maakte zich wat zorgen om ons te kunnen volgen. Wij hebben al negen dagen achter de rug, en vele duizenden kilometers op de fiets. Toch maakten wij ons daar niet zoveel zorgen over. Simon is een wandelaar in hart en nieren met een enorm doorzettingsvermogen.
Vanaf de eerste beklimming in het bos zien we al dat het goed zit. Simon vliegt naar boven en wij moeten een tandje bijzetten om hem te volgen. Alles wat voor ons intussen vanzelfsprekend is op de trail, is nog nieuw voor Simon. De ontdekking van de witte strepen op de bomen, de groene natuur, de kleurrijke insecten op de grond, rekenen in miles en pindakaas op de bagels. Dat laatste is niet zijn favoriet. Olivier hield ook nooit van pindakaas en kon zelfs de geur niet uitstaan. Twee jaar wereldreis veranderde dat volledig. Tegenwoordig is het Olivier die de lepels pindakaas rechtstreeks uit de pot eet en de laatste restjes eruit schraapt. Zoë moet er nog steeds om lachen en ook Simon kijkt met verbazing dat Olivier de laatste stap naar Nederlander heeft ingezet. De regen is intussen gestopt en na de lunch schijnt de zon door de bomen. We wandelen dertien mijl (21 kilometer) en vinden een kampeerplek naast de route. De eerste dag na een bevoorrading is altijd luxe. Dan eten we meestal pasta met roomsaus en veel groenten. Simon heeft nog niet de wandelhonger die wij hebben van het fietsen en wandelen, dus na twee kommetjes zit hij vol. 'Over een paar dagen snak je naar meer' lacht Olivier die geniet van zijn derde bakje. De lucht kleurt plots donker en er steekt wind op. 'Daar komt onweer' zegt Zoë, kijkend naar de lucht. We gooien het buitenzijl over de tent en zorgen dat de backpacks droog liggen. Niet veel later barst het onweer los. Vanuit de tent lijkt regen en onweer altijd tien keer zo erg. Regendruppels kletteren op de tent met een oorverdovend geluid, bomen kraken en lijken wel om te waaien. Een takje dat naar beneden valt, klinkt als een grote boomstam die afbreekt. De bliksem verlicht de tent beter dan de zaklamp en de donder kraakt zo hard dat Zoë zelfs een gilletje slaat. Het regent zo hard dat de neerslaande regendruppels opspatten langs de onderkant van de tent. Ons gezicht wordt lichtjes nat. We controleren of de rugzakken veilig liggen en zien dat de hele grond rond de tent een grote plas water is. Na een uur stopt het onweer, maar het blijft heel de nacht hard waaien. We slapen slecht en meten 's ochtends de schade op. Overal liggen takken en de tent is vies van de opspattende regen op de zandgrond. Simon kruipt uit zijn tent met slaperige ogen en een glimlach. 'We mogen weer wandelen!' lacht hij. We binden de natte tent achterop en wandelen even later weer met zijn drieën achter elkaar over het smalle pad.
7 Comments
MOOIE start van weerzien met Simon maar ook van van fantastische gastvrijheid in Amerika, die je daar onmiddellijk ervaart maar middels de algemene media(krant en televisie) niet meekrijgt.
Welkom in Nederland Olivier! Er zijn vast nog andere barrières te overwinnen dan de pindakaas.
Geweldig verhalen van geweldige avonturen op dit lange afstandspad. Ook de andere verhalen. Weer een andere stoere fase vd reis. 1000km op jullie zelf aangewezen. Petje af! I wish you guys a lot of fun and some trailmagic. Safe travel, trailbazers!
*trailblazers! 😉
Wat een sterke jongens en meisje….zijn jullie.
Ik ben blij om weer wat verhalen van jullie te lezen!!! Jullie houden goed vol!!! Veel groetjes, Maarten
Steeds verheugd om nieuwe reisverhalen van jullie te lezen en te bekijken !
Hetgeen ik nooit zelf kon beleven ervaar ik nu door jullie !
Hou vol en vooral hou het “safe” !
Grts from Belgium !
Philippe
Wat een geweldige foto’s. Ik krijg meteen ook weer zin om op pad te gaan en heerlijk in de natuur te gaan wandelen!!