Zoë is ook verrast door het aantal toeristen en de steile bergen, maar blijft positief. De foto’s en filmpjes die ze zag van de regio zagen er prachtig uit, ook te paard. Het paarden tourisme is hier immers enorm. Ze spreekt de vrouw van het toeristenbureau aan en vertelt ons plan. We willen graag paarden huren. “Nee niet met gids en ook niet maar 1 dag”. We willen paarden huren voor twee weken en ze laat onze route zien die we in Kutaisi in elkaar geknutseld hebben. De vrouw is duidelijk verrast door onze plannen die nogal afwijken van de populaire 4-daagse wandeling van Mestia naar Ushguli of een ritje te paard naar de waterval. Dat zijn net de routes die we willen vermijden. Ze weet niet zoveel over de routes die wij zelf aan elkaar geknoopt hebben, maar zegt wel dat het behoorlijk uitdagend kan zijn, zeker te paard. We nemen een aantal eenvoudige kaarten mee, zeg maar A3 vellen papier waarop een paar routes staan aangegeven. Onbruikbaar om te navigeren en routes te plannen, maar wel handig als overzicht over de regio.
‘We moeten gewoon op pad gaan, dan komen onze antwoorden vanzelf,’ zegt Zoë. ‘Laten we gewoon beginnen met wandelen en een mooie plek voor de tent zoeken.’ Ze weet uit ervaring dat dit voor ons de beste manier is om uit de besluiteloosheid en twijfel te raken. Het is intussen al bijna 16 uur. In een klein dorpje in de buurt heeft Zoë een contactpersoon die paardentochten organiseert. We besluiten er te voet heen te gaan, twee dagen te voet met de zware rugzak. Ons plan is om eerst samen met de man twee dagen op touristische paardrijtocht te gaan, waarna wij kunnen vragen of we onze tocht alleen mogen voortzetten met zijn paarden. Er zitten nog heel wat mits en maren aan het plan, maar het plan geeft ons wel energie. We tillen de rugzakken op onze rug en wandelen het dorp uit, 1.000 hoogtemeters de berg op. Het begint langzaam te druppelen als we in het schemerdonker een kampeerplek vinden voor de tent. Zoë had gelijk. Ondanks het zware gewicht voelen we ons heel wat lichter. Dit hadden we nodig.
‘s Ochtends worden we wakker met zicht op de prachtige bergtoppen rond ons. Een paar honderd meter van onze tent staat een klein huis. Het is een kleine guesthouse en mini cafeetje, al vragen wij ons af wie en hoe mensen hier komen. Plots verschijnen de eerste toeristenbusjes. De weg gaat bijna verticaal omhoog en heef geulen van een halve meter diep. Toch raken de busjes en jeeps boven, waarbij we de verschrikte gezichten van de toeristen in de busjes zien. De 3 bergmeren iets hogerop zijn blijkbaar een populaire attractie.
‘Zullen we hier al eens vragen om paarden te huren, gewoon om te oefenen?’ stelt Olivier voor. We wandelen naar het huisje waar één iemand gebrekkig Engels spreekt.
‘We willen graag twee paarden huren voor twee weken, en willen daar 3.000 lari voor betalen,’ zegt Zoë tegen de man. De prijs is gebaseerd op de prijzen van de contactpersoon die we in het volgende dorp hebben. We verwachten verbaasde blikken, maar de man zegt ‘one moment’, roept een van de andere mannen die onmiddellijk zijn telefoon neemt. Tien minuten later komt hij naar ons toe en zegt: ‘Er komt vanmiddag iemand met twee paarden naar hier.’ De verbaasde blikken staan op onze gezichten. Gaat het zo makkelijk hier, of is het bedrag dat we betalen misschien heel hoog? We worden spontaan nerveus bij het idee dat we vanmiddag ter plekke moeten beslissen over twee paarden en het hele avontuur. Het kriebelt van spanning en onzekerheid.
Om 17 uur zien we een man op een paard die in draf de berg op rijdt. Achter hem volgen twee paarden die hij met twee touwen aan zijn zadel gebonden zijn. Zoë trilt van de spanning. Zij heeft veruit de meeste ervaring met paardrijden, maar is nog nooit alleen op tocht geweest met een paard. Ze wil zelfverzekerd en ervaren overkomen. Ze weet dat ze een beetje moet bluffen. Ze wil vooral dat ze de eigenaar van de paarden kan vertrouwen, en dat ze een klick heeft met de paarden. Als die twee goed zitten, komt de rest ook goed.
De man, die Georgi heet, stopt en Zoë loopt naar een van de paarden. Het paard schrikt van iets en geeft een kick. De vele mannen rond het paard zeggen dat het door de blaffende hond komt, maar bij Zoë is de spanning flink gestegen. Het paard voelt ongetwijfeld Zoë’s spanning. Zoë probeert een connectie te krijgen met het paard en vertrouwen uit te stralen. Ze controleert de hoeven, kijkt naar de rug en voelt aan de huid. Het paard ziet er goed en gezond uit, maar is heel wantrouwend.
Ga maar rijden, gebaart de eigenaar en hij tikt met zijn hand op het zadel. Zoë controleert de lengte van de beugels, neemt de teugels vast en stapt gezwind op. Ze geeft een paard een voorzichtige por in zijn zij met haar enkels, maar er gebeurt niets. Het paard blijft koppig staan terwijl Zoë de bewegingen en geluiden maakt die ze kent. Daar luisteren de paarden in Georgië niet naar? Georgi geeft een stevige klap met zijn hand op de bil van het paard en dan komt het voorzichtig in gang. In een langzame pas vertrekt Zoë met het paard. Dan wijst hij naar Olivier en het zadel van het andere paard. O nee, denkt Olivier, dat was niet het plan. Het is zo’n 8 jaar gelden sinds hij voor het laatst op een paard zat en hij dacht eerst rustig samen met Zoë te oefenen. Nu is het aan hem om zelfverzekerd over te komen. Olivier stapt op en het paard vertrekt zowaar uit zichzelf, gelukkig ook heel rustig. Oef, denkt hij.
De paarden lijken heel rustig, al luisteren ze allesbehalve naar wat wij zeggen. We rijden terug naar de eigenaar die Zoë even laten zien hoe hij het paard in gang brengt. Zoë probeert het lichaam van Georgie te lezen als hij zijn paard om acties vraagt, maar ziet bijna geen beweging in zijn lichaam. Als Zoë het opnieuw probeert, blijft het paard even koppig staan. We hebben nog twee weken om te leren en vertrouwen op te bouwen, denken we. De reis is de training, zoals we altijd zeggen. We nemen Georgie mee naar onze tent want we willen de paarden testen met onze rugzakken achterop. Dat is duidelijk ook nieuw voor hem, maar met wat touwen en stevige knopen ligt de bagage min of meer stabiel achterop. Dit moet lukken, denken we, zeker als we wat overbodige spullen achter kunnen laten bij hem.
We moeten nu beslissen. Twijfels en enthousiasme gieren door ons lijf.
‘Hoe voelt het?’ vraagt Olivier.
‘Als een heel gek idee, maar wel op zijn Weleafs,’ zegt Zoë.
‘Zullen we het doen?’
‘We gaan ervoor!’
We spreken af dat we de paarden morgen bij Georgië thuis ophalen in Mestia. Als Georgië terug naar beneden rijdt met de paarden, moeten we even de spanning laten gaan. We kunnen het niet goed geloven. Hebben we net twee paarden gevonden?