parallax background

Koeien ontwijken

09-08-2025
oktober 11, 2025
 

Zondag 7 september - luchthaven Istanbul

 

“Ludvendica”, of toch zoiets komt er oneindig vaak uit de luidspreker op de luchthaven in Istanbul. Het principe van een stille luchthaven zoals in Schiphol of Oslo merken we nu pas. Wat een geluid, drukte en beweging rond ons. Dat zijn we niet meer gewend, zeker niet op onze berg in Noorwegen. Het is duidelijk lang geleden dat we buiten Europa op reis waren. Te lang geleden.

Terwijl Zoë geniet van een film op de iPad, probeert Olivier een boek te lezen. Onmogelijk om te concentreren op het boek met zoveel beweging en nieuwe dingen rond ons. Er lopen zoveel culturen rond die we in Lillehammer nauwelijks zien. Een Westerling is hier zelfs zeldzaam en springt onmiddellijk in het oog. Mensen wandelen voorbij, luid pratend in hun telefoons. Als ze een vraag hebben, stellen ze die gewoon hardop, in de verwachtingen dat er wel iemand antwoord. Een behoorlijke tegenstelling met het Noorse zo-stil-mogelijk-zijn en het antwoord op je eigen telefoon vinden. De schoonmaakster sloft voorbij met de vuilniszak die ze achter haar aan over de grond sleept. Het enige stopcontact in de hele luchthaven hangt half uit de muur met de stroomkabels open en bloot. Toch is het permanent in gebruik. Net als er toch even concentratie is, komt er bijna iemand op Oliviers schoot zitten. Zo, we zijn terug op reis.

 

Marshrutka

Om 3 uur ‘s ochtends komen we aan op de luchthaven van Tbilisi. De bus naar de stad rijdt pas vanaf 7 uur dus we zoeken een bankje op in de vertrekhal en proberen met een waakzaam oog wat te slapen. Met slaapoogjes nemen we de eerste bus naar de stad. We willen onmiddellijk doorreizen naar Kutaisi om van daaruit naar Svaneti te gaan, de bergregio in het noorden in de Caucasus. We hebben nog helemaal niets voorbereid en weten eigenlijk niets over Georgië. In het vliegtuig hebben we wat gelezen in de Lonely Planet, maar eigenlijk worden we daar niet veel wijzer door. Ons plan om met paarden rond te trekken is net wat extremer dan het ‘off the beaten track’ hoofdstuk in de Lonely Planet. In Kutaisi willen we een dag gebruiken om informatie op te zoeken, een plan te maken en kaarten te kopen.

De stadsbus stopt bij het treinstation. Twee vrouwen in de bus reizen ook naar Kutaisi en nemen ons mee naar het minibusje. In de Lonely Planet staan deze busjes, marshrutkas, omschreven met hun levensgevaarlijk rijgedrag en talloze hartverzakkingen onderweg. Het is goedkoopste openbaar vervoer en ook de locals gebruiken het. Erger dan de busjes in Afrika en Zuid-Amerika zal het niet zijn. Al snel leren we de verkeersregels in Georgië, of het gebrek daaraan. We rijden over een brede tweebaans snelweg. Bergop kachelen overladen vrachtwagens tegen 5 kilometer per uur naar boven terwijl onze chauffeur er tegen 140 voorbij raast. Dat doet hij het grootste deel van de tijd bellend met God weet wie allemaal. Er staan weliswaar verkeersborden met een aangegeven snelheid, maar dat lijkt meer op een adviessnelheid. We passeren wegenwerken en vrachtwagen die met pech langs de kant staan. Gevarendriehoeken en een aankondiging van de werken bestaan niet, en vaart minderen al helemaal niet. Wegenwerker is hier een behoorlijk risicoberoep, maar schijnbaar ontspannen eten ze hun lunch op de vangrail naast de snelweg. Veiligheidsgordels zijn er niet in het busje en die van de chauffeur hangt losjes over zijn schouder voor de schaarse politiecontrole die er soms is. Af en toe stopt de chauffeur plots op de pechstrook bij een snelwegoprit. Een van de passagiers stapt uit, of een nieuwe passagier stapt in. Als de snelweg na een tijdje stopt, verandert dat weinig aan de snelheid van ons busje. Inhalen gebeurt op ieder mogelijk moment, het liefst net voor een bocht met een tegenligger die eraan komt. De auto die we inhalen gaat een beetje naar rechts, de tegenligger gaat ook zoveel mogelijk rechts rijden en zo is er plots plaats voor 3 auto’s op de weg. Het enige dat wij moeten doen, is af en toe de ogen dichtdoen en de adem inhouden. We zien geen ongelukken of autowrakken dus het lijkt overal goed te gaan. We komen in ieder geval een uur eerder aan dan gedacht, levend.

 

Dollemansrit

Twee dagen later zitten we opnieuw in een minibus naar Mestia, het grootste dorp in Svaneti. We zijn stom verbaasd als het busje vol zit met toeristen. Daar moeten we even aan wennen. We willen lokaal reizen en het liefst de toeristische plekken vermijden. We dachten dat september rustig zou zijn in de bergen, maar aan de horde toeristen te zien, zijn we zeker niet alleen. Na zoveel jaar op eigen kracht rond te reizen, zijn we niet meer gewend aan het toeristische circuit. Het voelt plots niet meer als een avontuur. Zoë heeft het er veel minder moeilijk mee en vertrouwt erop dat we ook hier onze eigen weg gaan vinden die bijzonder genoeg is om de toeristen te ontwijken.

De weg naar Mestia is een stuk kleiner dan de weg naar Kutaisi. Koeien en paarden steken willekeurig de weg over, soms gevolgd door een oud mannetje. Onze chauffeur racet er aan 100 kilometer per uur langs terwijl de bordjes vaak 40 of 60 aangeven. De koeien lijken er niet van om te kijken. Onze vorige chauffeur was nog best hoffelijk in vergelijking met deze man.

Na een uur duiken we de bergen in en slingert de weg continu. Al slingerend probeer de chauffeur rotsblokken, koeien en andere auto’s te ontwijken. Het lijkt wel alsof we in een racespelletje zitten. Intussen is hij druk bezig op zijn telefoon om Georgische muziek op YouTube te bekijken of iemand te bellen. Dat we zonder ongelukken en aangereden koeien aankomen, is toch een half mirakel. We zijn in Mestia, met bij Olivier een vreemd gevoel in onze maag. Niet door de dollemansrit, maar wel door dat het beeld van het ‘avontuurlijke georgie’ hier een beetje in het niets valt in het zwaar touristische Mestia. Ook de bergen zijn wel heel stijl, kunnen we hier op paarden rondtrekken?

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *