10 tips voor een lange trektocht
Sprong in het diepe
november 8, 2019
Paklijst voor een kanotocht
november 15, 2019
Tips voor lange wandeltochten
Tijdens onze hike van 1000 km op de Appalachian Trail (AT) merkten we op dat wij veel andere gewoontes hadden dan de hikers die we onderweg tegenkwamen. Blijkbaar hebben we onze eigen buiten-leef-routines ontwikkeld tijdens onze reizen op eigen kracht. Pas op de trail leerden we een aantal van onze 'overlevings-truckjes' herkennen. Hopelijk heb jij er ook wat aan op je volgende trail.
1. Foam zitmatje
Een foam matje om bij nat en koud weer, of bij vieze ondergronden op te zitten. Perfect om de billen droog, warm en schoon te houden, maar ook als onderlegger om spullen op neer te leggen bij vies weer. Het is een van Zoë's favoriete items en zit al vanaf dag 1 in onze 'reiskoffer'. Na veel regen de eerste dagen op de AT besloot Olivier er zelf een te maken met een gevonden foam slaapmat. We hebben de matjes voor veel meer gebruikt dan we vooraf hadden kunnen voorzien en het werd een bijzonder nuttige tool voor onderweg.
2. Twee sets kleren
Wij leven op twee sets kleding, een actieve set en een avond set, ook wel de after training set. Voor beide sets werken we in laagjes, maar we houden ze gescheiden. Op de AT en tijdens onze reis hebben we soms dagen zonder faciliteiten. We willen dan altijd één set schone kleren houden. De actieve set is om in te zweten en is meestal sneldrogend synthetisch materiaal. De avond set is om ons schoon, warm en droog te houden. 's Avonds verkiezen we t-shirt van merinowol omdat deze niet gaan stinken en zo veel langer 'schoon' blijven. Op de Appalachian Trail gebruikten we ultralight merinowol t-shirts van Nomad.
3. Washandje
Als we een thru-hike doen of lang actief zijn zoals in onze reizen, nemen we voor lief dat we zullen stinken. Het hoort erbij, maar toch doet een kleine wasbeurt wonderen. Het houdt de mind fris en de spullen schoon. Als er vers water in de buurt is, maken we daar altijd gebruik van. Een washandje helpt met het wassen in kleine stroompjes, maar komt vooral handig van pas als er geen water voorziening in de buurt zijn. Met een paar druppels van ons drinkwater op het washandje kunnen we ons voldoende wassen, zeg maar, schoon vegen. Genoeg om onze avondkleding en slaapzak droog en schoon te houden. De wasbeurt is echt iets waar we naar uit kijken na een warme dag!
4. Onderweg kleren uitwassen
Na een wandeldag wassen we altijd ons t-shirt uit in een beekje. Op de AT zijn er genoeg watervoorzieningen, maar doe dit wel altijd zonder zeep. Het t-shirt stinkt en is nat van het zweet en zal uitharden als je het niet wast. Wassen houd je shirt soepel en toch net wat frisser. Het zal niet naar bloemetjes ruiken, maar je kunt er wel langer mee door. Als je dagelijks je kleren uitwast, verlang je, hopelijk, pas op dag 5 of 6 naar een wasmachine. Kortom, het helpt je langer verder met weinig kleding. De kleding droogt niet altijd tegen de ochtend, maar dat doet je lichaamswarmte wel.
5. Zaag
Wij dragen een zaag in onze rugzak en dat komt handig van pas in een nat bos. Droog hout haal je vaak niet van de grond want hout dat al langer op de grond licht houdt water vast. Je zoekt naar omgevallen en afgebroken takken en bomen, die niet plat op de grond liggen. Deze zijn dood en uitgedroogd door de wind, zelfs, in een door regen gegoten bos. Vaak zitten omgevallen en gebroken takken nog vast aan de boom, met behulp van een zaag kan je snel een kampvuur bouwen. Meer vuurtips? Zo lukt vuur maken altijd.
6. Bosvruchten en noten
Wij herkennen bosvruchten en noten zoals, bramen, bosbessen, frambozen, kastanjes en beukennootjes. Dat is handig, leuk en lekker. Op de AT konden we bijna dagelijks ons ontbijt verrijken. Als we naar een nieuwe omgeving gaan, zoeken we vooraf op internet wat er in de omgeving te vinden valt. Handig is om ook even te controleren of er niet een zusje is dat niet eetbaar is, maar er wel sprekend op lijkt. We gaan voor onze wintertocht kijken welke bladeren lekker zijn voor thee. Smakelijk!
7. Verse maaltijden
We worden vaak verwonderd aangekeken omdat we 'echt' koken onderweg. Voor ons is het de normaalste zaak. Waarom zouden we onderweg niet meer aan onze gezondheid denken? We koken met verse groenten en slepen die dus ook mee. Zelfs op een lange tocht als de AT aten we iedere dag vers. Het weegt natuurlijk wel ongelofelijk veel meer, maar wij hadden er dat voorover en genoten van deze avondactiviteit en onze heerlijke volle maaltijden. We kregen vaak jaloerse gezichten en leuke complimenten.
8. Poncho
Regenjassen zijn leuk, maar door het zweten word je even nat vanbinnen als vanbuiten. Wij hebben een goede regenjas, maar gebruiken die alleen tegen koude en wind of als we niet in beweging zijn en het regent. Een poncho daarentegen heeft veel meer ruimte om te ventileren. Als het niet te hard regent rollen we de voorkant op, zo blijven onze kleren droog maar hebben we toch meer dan genoeg lucht.
9. Van blaar naar eelt
Tijdens het wandelen kregen ook wij blaren. Dat had niks te maken met te lange teennagels, verkeerde schoenen of natte sokken, maar gewoon met de lange afstand. In dat geval betekent een blaar dat de huid te zacht is op een plek waar eelt nodig is, omdat bijvoorbeeld je schoen steeds langs de huid wrijft. Wij droogden onze blaren daarom altijd zo snel mogelijk uit en creëren zo eelt door de huid te laten wennen aan de wrijving. De geïrriteerde huid plakken we af met een stukje sporttape. Aan het einde van iedere dag 'trainden' we de huid steeds een beetje langer zonder de afgeplakte blaar. ’s Avonds en bij ieder pauze halen we de tape er af om de huid te laten drogen. Na een dag of 4-5 hebben we eelt gekweekt voor de rest van de trip. Sommige mensen zijn tegen het open prikken van een blaar. Wij doen het wel als we te laat gehandeld hebben.
10. Brood bakken
Zoë heeft haar zelf drie manieren van broodbakken aangeleerd op de trail. Een erg leuke bezigheid na een dag wandelen en ze kon er anderen mee verassen. Twee technieken maken brood zonder gist wat een heel snelle en eenvoudige variant is. Je kan het brood uitrollen in een lange worst en vervolgens op een stok rollen die je boven het vuur bakt. Het alternatief is om het brood plat te maken en te bakken in een pannetje, or rechtstreeks op de hete kolen. Voor de derde techniek heb je gist nodig en moet het brood even rijzen. Je maakt letterlijk een oven met grote stenen en bouwt het vuur net voor de ingang van de oven. Grote stenen en wat geduld zijn zeker nodig bij deze techniek.
